|
Your Most Trusted Source of Foreign
News and Views About the United States
|
America Pays the Price for Democracy - At the Pump
Feeling threatened by U.S.-inspired pro-democracy movements,
authoritarian rulers like Kazakh President Nazarbajev - and anyone else with substantial
oil reserves - no longer have to sell crude to Washington, but are finding willing
customers in far-less meddlesome China and India. This Editorial from Dutch newspaper
NRC Handelsblad points to the ultimate solution - reducing the dependency on fossil
fuels.
EDITORIAL
Translated By Jan de Nijs
August 23, 2005
NRC Handelsblad - The Netherlands - Home Page (Dutch)
Oil remains geopolitics. A
month ago, Chinese oil company CNOOC lost an $18.5
billion bid for American Unocal. And now another Chinese state owned company,
CNPC, buys PetroKazakhstan for $4.2 billion. PetroKazakhstan is listed in Canada and is headquartered in London and owns a significant number of oil fields in Kazakhstan.
This latest Chinese
purchase attempt unveils a confusing network of political, economic and
financial dependencies. Like India, China is an emerging player in the global economy, and its
hunger for energy resources is huge. Last year, it was responsible for a third
of the increase in worldwide oil consumption, and it already imports 40% of the
oil it needs. India, on the other hand, already imports 70% of its oil requirements. It
is therefore no coincidence that CNPC was competing against a rival bid from India.
In the case of both the Indian
and Chinese competitors, state-owned companies were doing the bidding. CNPC
is an industrial behemoth, employing hundreds of thousands of workers. Indian
ONGC Videsh is the international arm of India’s state-owned Oil and Natural Gas Company (ONGC),
in combination with a venture capital firm with ties to steel magnate Lakshmi Mittal (he runs Mittal Steel). And ONGC Videsh is
hasn’t given up yet. It is hinting about a significantly higher counteroffer,
even though the Chinese offer is already considered on the high side.
It is very significant to
see this battle for oil resources develop in Kazakhstan. The world’s most substantial proven oil reserves
may lie under the sands of the Arabian
Peninsula, but the most
promising region for development is the southern portion of the former Soviet Union. China already has oil interests in neighboring Kazakhstan and a CNPC built pipeline between the two countries
will soon be complete, and the powers that be in Kazakhstan are generally positive about closer ties with the
Chinese. The new pipeline frees the country from its dependency of Russia. On the other hand, its ties with the United States are ambivalent at best, because the Kazakh
authorities suspect U.S. influence behind revolutions in Ukraine, Kyrgyzstan and Georgia. Trying to reduce its dependence on Western oil
companies in favor of the Chinese is a logical option for authoritarian Kazakh
President Nazarbajev, in power since 1990.
China and India have taken up an enduring Western tradition. Safeguarding the flow of
oil has long been of utmost strategic importance to Western countries. Seeing the
newcomers on the world economic stage exhibit the same behavior will take some
getting used to. This has become more evident, now that the international free
market for oil products has begun to significantly tighten and prices are going
up. This morning, a barrel of Brent-crude cost $65.
The struggle to secure and
control the world’s oil reserves is as old as the combustion engine. The
combination of higher prices and new players on the world stage has usshered in a period of uncertainty for international oil
politics. Long term, the best answer to this uncertainty is to reduce our
dependence on fossil fuels.
Below is the Dutch Version:
Politiek per pijpleiding
Olie blijft geopolitiek. Een maand
nadat de Chinese oliemaatschappij
CNOOC een bod van 18,5
miljard dollar op het Amerikaanse Unocal zag mislukken, koopt een andere Chinese staatsmaatschappij, CNPC, voor 4,2
miljard dollar PetroKazachstan.
Dit in
Canada gevestigde
en vanuit Londen bestuurde bedrijf bezit omvangrijke olievelden in Kazachstan. De Chinese aankoop
legt een wirwar van politieke, economische en financiële verbanden bloot. China is, evenals India, een van de opkomende grote
spelers in de wereldeconomie.
De energiebehoefte is enorm.
Het land nam vorig jaar een
derde van de groei van
de wereldwijde vraag naar olie voor
zijn rekening, en importeert nu al veertig procent van zijn oliebehoefte. India is al voor 70 procent van zijn olie afhankelijk van het buitenland. Het is geen toeval
dat CNPC het bij de overname van PetroKazachstan moest opnemen tegen een
rivaliserend bod uit India.
In beide gevallen
gaat het daarbij om biedingen van staatsbedrijven. CNPC is een gigant met honderdduizenden werknemers, het Indiase ONGC Videsh is de internationale tak van de nationale Oil and Natural Gas Corporation (ONGC), aangevuld met een investeringsmaatschappij van staalmagnaat
Lakshmi Mittal, bekend van Mittal Steel. ONGC Videsh zint overigens
op een tegenbod, dat nog hoger
is dan het al forse bedrag dat
de Chinezen bieden.
Dat de strijd zich concentreert op Kazachstan is veelzeggend. De grootste oliereserves ter wereld liggen
onder het zand van het Arabisch
schiereiland, maar een van de meest veelbelovende regio's is die in het zuiden
van de voormalige Sovjet-Unie.
China heeft
al oliebelangen in zijn
buurland Kazachstan, en binnenkort zal een door CNPC gebouwde pijpleiding tussen de twee landen zijn
voltooid.
Andersom
staan de Kazachstaanse autoriteiten welwillend tegenover de Chinese interesse.
De nieuwe pijpleiding
verlost het land van zijn afhankelijkheid van Rusland, en de houding tegenover de Verenigde Staten is
op zijn best ambivalent. Achter de recente
revoluties in Oekraïne,
Kirgizië en Georgië wordt in het autoritaire
Kazachstan Amerikaanse
invloed vermoed. Het terugdringen van de invloed van westerse oliemaatschappijen ten gunste van
die uit China is vanuit het perspectief van de sinds 1990 alleenheersende Kazachstaanse president Nazarbajev
een logische optie.
China en ook
India haken
intussen aan bij
een oude, westerse traditie. Het veiligstellen
van de oliestromen is voor
de westerse landen sinds jaar en dag
van eminent strategisch belang.
Zij zullen eraan moeten
wennen dat de nieuwkomers in de wereldeconomie
eenzelfde gedrag vertonen. Dat wordt evident nu de internationale vrije
oliemarkt krapper wordt en de prijzen stijgen. Vanmorgen noteerde een vat Brent-olie een torenhoge
prijs van ruim 65 dollar.
De strijd om
het beheersen en veiligstellen van de mondiale oliereserves is zo oud als de verbrandingsmotor.
Met de combinatie
van hoge prijzen en de
nieuwe spelers op het wereldtoneel gaat de internationale
oliepolitiek een nieuwe en onzekere fase in. Vermindering van de afhankelijkheid van fossiele brandstoffen is hier voor de lange
termijn het beste antwoord op.
© Watching America all rights reserved.
Disclaimer