NRC Handelsblad,
The Netherlands
Five Years of War on Terror: 'Time for a New Strategy'
EDITORIAL
Translated By Meta Mertens
September 9, 2006
NRC Handelsblad - The Netherlands - Original Article (Dutch)
---------------------------------------------------------------------------------
The five-year war on terrorism has produced inadequate results. In
various parts of the world, America and its allies are involved in a military
conflict against the excesses of radical Islam. The struggle is prolonged and
demanding, the goals are uncertain, and there is no winner on the horizon. The
world after 9/11 is no better off than it was before, and due to increasing
tensions, it is perhaps even worse in some places. In Iraq, the invasion has
become bogged down in a civil war. Sectarian violence and a lack of security
overshadow Saddam's fall and the success of free elections. Iraq has become
President’s Bush's foreign policy Waterloo. An ideology died here too - that
which spawned plans for the democratization of the Middle East.
On the other front, Afghanistan, the danger is growing that NATO
will be caught in a quagmire resembles something between a poppy war and a
guerilla war. Reconstruction outside Kabul is nothing but talk. The presence of
Western soldiers in Iraq and Afghanistan has become a reason for Muslims to
turn to extremism. In this regard, the war on terror seems counter-productive,
since it accomplishes exactly what it was meant to prevent. It is a fact
however, that no major terrorist attack has occurred on U.S. soil. It appears
that in this respect, al-Qaeda and its clones are less powerful than expected.
Such is the realistic and accurate observation of American political analyst
John Mueller in the most recent edition of Foreign Affairs .
As a response to the [9/11] attacks, the American field excursion
into Afghanistan against the Taliban in autumn 2001 was justified, because of
the links which the former Afghan regime had with Osama bin Laden's terror
organization. Whereas the motives for an attack on Iraq were
far less sound. When the invasion there occurred, it turned out that
even a superpower like the United States is unable to wage war on several
fronts simultaneously. When Washington jumped the gun and decided that the war
in Afghanistan was a done deal, it pressured its NATO allies to complete the
job. This has turned out no better than when the country was invaded by the
Persians, the Macedonians, the Mongols, the Turks, the Brits and the Russians.
Afghanistan has always succeeded in defying its invaders.
Demonstrators in the Philippines protest against the
'War on Terror' near the U.S. Embassy in Manila, Sept. 11.
------------------------------------------------------------------------------
NATO has 20,000 troops in Afghanistan among which there are over
1,800 Dutch. Because the survival of the alliance depends on this operation, it
cannot fail. The most important question is: are we there to fight or to build?
Over the course of time, it has become clear that it is principally the first.
NATO member states should ask themselves if that is what they came for. The
answer should be that NATO is not in Afghanistan to fight a complicated
conflict on behalf of the United States. Reconstruction, yes - guerilla war,
no.
Five years of war without a final victory and the radicalization
of Islam should force a change in strategy. According to recent remarks by
four-star general and Middle East expert John Abizaid READ, this is the view within U.S. military circles. Abizaid put
the subject of America's preoccupation with firepower as a solution to
everything up for debate, and argues for negotiation and greater local
involvement so that the region's people, not the Americans, can determine its
future. This is correct; but its political translation, which boils down to the
acknowledgement of a failed policy, is long overdue. Time is of the essence and
more mistakes cannot be tolerated.
Dutch Version Below
Vijf jaar later: tijd voor een andere strategie
Vijf jaar oorlog tegen het terrorisme heeft een
onbevredigend resultaat opgeleverd. Amerika en zijn bondgenoten zijn op diverse
plaatsen in de wereld militair betrokken bij gevechten tegen de uitwassen van
de radicale islam. De strijd duurt lang en is veeleisend en de vooruitzichten zijn onzeker. Een winnaar is er voorlopig
niet. De wereld is er na ‘9/11’ niet veel beter aan
toe en door toenemende spanningen hier en daar misschien wel slechter. In Irak liep de invasie vast in een staat van burgeroorlog. Sektarisch geweld en onveiligheid overschaduwen Saddams val en het succes van vrije verkiezingen. Irak is het Waterloo
geworden van president George W. Bush’ buitenlandse politiek. Hier sneuvelde ook een ideologie – die van democratisering van het
Midden-Oosten.
Op het andere front, Afghanistan, dreigt de NAVO verstrikt te raken in een strijd die het midden houdt tussen een
papaveroorlog en een guerrilla. Van wederopbouw is buiten de hoofdstad Kabul te weinig sprake. De aanwezigheid van westerse militairen in
Irak en Afghanistan is een reden voor moslims zich tot het extremisme te bekeren. Wat dit betreft lijkt de
oorlog tegen het terrorisme contraproductief omdat hij bewerkstelligt wat
voorkomen moest worden. Wat wel een feit is, is dat de VS sinds 9/11
niet meer door een grote terreurdaad zijn getroffen.
In die zin blijkt de almacht van Al-Qaeda en haar klonen nogal mee te vallen; een ontnuchterende maar juiste constatering van
de Amerikaanse politicoloog John Mueller in de laatste uitgave van Foreign
Affairs.
De Amerikaanse veldtocht tegen de Talibaan in Afghanistan, najaar
2001 als antwoord op de aanslagen, vond zijn rechtvaardiging in de banden die
het toenmalige Afghaanse bewind had met Al-Qaeda, de terreurorganisatie van
Osama bin Laden. De motieven voor een aanval op Irak waren
heel wat minder deugdelijk. Toen de invasie daar een feit was, bleek dat
zelfs een grootmacht als de VS niet in staat is oorlog
op verschillende fronten tegelijk te voeren. De strijd in Afghanistan werd door
Washington te vroeg als afgehandeld beschouwd, waarna
onder Amerikaanse druk de NAVO-bondgenoten het karwei nu moeten afmaken. Dat
valt niet mee in een land dat eerder is overlopen door Perzen, Macedoniërs,
Mongolen, Turken, Britten en Russen – en dat er steeds in slaagde zijn overheersers
het hoofd te bieden.
De NAVO leidt in Afghanistan een troepenmacht van 20.000
man, onder wie ruim 1.800 Nederlanders. Het voortbestaan van het
bondgenootschap hangt af van deze operatie, die daarom
niet mag mislukken. De belangrijkste vraag is: wordt het vechten of opbouwen? Als na verloop van tijd blijkt dat het vooral het eerste is,
dan moeten de NAVO-lidstaten zichzelf de confronterende vraag stellen of ze
daarvoor gekomen zijn. Het antwoord luidt dat de NAVO niet in Afghanistan is om namens Amerika een ingewikkeld conflict uit te vechten.
Wederopbouw ja – maar geen guerrilla.
Vijf jaar oorlog zonder eindoverwinning en de radicalisering van
de islam zouden verandering van strategie moeten
afdwingen. In militaire kring in de VS leeft dat besef, getuige recente
uitlatingen van viersterrengeneraal en Midden-Oostenkenner John Abizaid. Hij
stelt de Amerikaanse preoccupatie met vuurkracht als oplossing voor alles ter discussie en pleit voor overleg en grotere lokale
betrokkenheid, zodat de regio zelf haar toekomst bepaalt en niet de Amerikanen.
Terecht; maar de politieke vertaling hiervan, die neerkomt op erkenning van
mislukt beleid, laat te lang op zich wachten. De tijd
dringt en fouten maken mag niet meer.
9 september 2006