It Will Get Ugly if the U.S. Comes To View Google as a National Interest

<--

Het lijkt een enorme som geld, de boete van 4,3 miljard euro die de Europese Commissie vorige week uitdeelde aan Google. De straf geldt voor vermeend machtsmisbruik van Google bij mobiele telefoons. 85 procent van deze apparaten draait op het besturingssysteem Android, en het merendeel op Googles eigen versie daarvan. Het bedrijf zou op basis van deze machtspositie de eigen applicaties en diensten steevast bevoordelen. Al eerder kreeg Google een boete voor het bevoordelen van eigen diensten bij winkelen op het web.

De Europese Commissie is van oudsher het krachtigst bij het doen naleven van het mededingingsbeleid, en laat met het optreden tegen Google graag zien hoe waardevol ‘Europa’ voor zijn burgers is.

De Amerikaanse regering beschouwt de megaboete daarentegen als een verkapte vergelding in het snel oplopende handelsconflict tussen de Verenigde Staten en de Europese Unie. President Trump twitterde vorige week meteen dat de Europese Commissie „misbruik heeft gemaakt van de VS, maar niet voor lang!”

In die laatste formulering schemert de nieuwe, transactionele, realiteit door van de internationale economische betrekkingen. Google wordt door het Witte Huis vooraleerst beschouwd als een Amerikaans belang, en optreden tegen het bedrijf dan ook als optreden tegen de VS. Maar miljardenboetes, voor overtredingen van financiële regels, milieubepalingen, internationale sancties of mededingingswetten, zijn zeker in de VS normaal. Energiegigant BP betaalde fors voor de olieramp in de Golf van Mexico. Volkswagen bloedt flink voor zijn gesjoemel met uitstootmetingen. En veel Europese banken, waaronder Rabobank, moesten vooral in de VS miljarden afdragen voor financiële schandalen. Andersom kregen Facebook, Intel of Microsoft Europese boetes.

De lijst is lang. De VS ontzien het eigen bedrijfsleven zeker niet, maar dat geldt ook voor de EU. Vrachtwagenproducenten kregen in 2016 nog een megaboete van gezamenlijk bijna 3 miljard voor kartelgedrag, makers van autoruiten in 2008 1,35 miljard.

De Amerikaanse reactie op de huidige Google-boete suggereert dat het tijdperk voorbij is dat beide blokken de straffen voor elkaars bedrijven, zij het soms knarsetandend, accepteerden.

Dat is verontrustend. Een goed en effectief mededingingsbeleid is van groot belang voor de economie. Vrije concurrentie kan niet zonder toezicht op misbruik, en dat toezicht kan niet zonder stevige sancties.

Wat de Google-zaak extra belangrijk maakt, is dat het hier een markt betreft waar de vorming van effectieve monopolies het ‘natuurlijke’ einddoel van de participerende ondernemingen lijkt. De techsector kent inmiddels een beperkt aantal reuzen die ieder oppermachtig zijn, of dreigen te worden, in hun eigen segment: Facebook, Amazon, Apple, Netflix en Google.

Al deze giganten zijn Amerikaans. Dat was in Europa al steeds ongemakkelijker gaan aanvoelen. Het opkomen van lokale concurrenten werd al lastig tot onmogelijk, en het leeuwendeel van de opbrengsten van internetactiviteiten verdwijnt naar de VS.

Nu het lijkt alsof deze techreuzen beschouwd worden als een vertegenwoordiger van het Amerikaanse nationale belang, wordt de situatie op de spits gedreven. Met dit optreden als belangenbehartiger van de internetreuzen, dreigt het Witte Huis te bereiken wat het niet zou moeten willen: een Europese roep om actief te gaan werken aan eigen alternatieven.

In het Commentaar geeft NRC zijn mening over belangrijke nieuwsfeiten. De commentatoren schrijven deze artikelen in samenspraak met de hoofdredactie.

About this publication