Black Hero Threatens Not to Vote for Hillary

<--

Zwarte held dreigt niet op Hillary te stemmen

dinsdag 19 februari 2008 16:36

John Lewis is een van de bekendste figuren uit de Beweging voor de Burgerrechten. Als jong seminarist was hij de eerste die zich in de zomer van 1965 tot pulp liet slaan op de Edmond Pettusbrug in Selma.

Hij leidde een stoet zwarten die demonstreerden voor het recht om als kiezer te worden ingeschreven. Voor de klappen van de politie was Lewis niet bang, want daar was hij aan gewend. Wel had hij angst gevoeld dat de State Troopers hem van de brug zouden smijten, want zwemmen kon hij niet.

Wonden

Lewis was nooit zo’n prater, eerder wat schichtig. Andere activisten werden beroemd om hun uitspraken, Lewis vanwege zijn wonden. Bij elke groepsfoto uit die tijd, met Martin Luther King onverbiddelijk in het midden, staat Lewis wat terzijde.

Het komt allemaal aan de orde in zijn autobiografie Walking with the Wind. Die titel slaat op een voorval toen Lewis net vier jaar oud was. Op een goede dag barstte een geweldig onweer los boven Pike County in Alabama, waar zijn ouders in de katoen werkten. Zijn tante Seneva riep al de kinderen, zestien in getal, te hulp om haar rammelende houten huis voor wegwaaien te behoeden.

Religie

Zoals Lewis het beschrijft, hielden de kinderen het huis vast, vier op elke hoek, zoals je een opfladderend dekzeil van het maken van een hemelvaart probeert af te houden. Hoe dan ook het huis bleef behouden.

De jonge John, die alles haatte wat met katoen van doen had, was dol op kippen. Op vroege leeftijd al doordrenkt van religie, hield hij preken voor het verzamelde pluimvee en verzorgde een religieuze uitvaartdienst wanneer een lid van het toom kwam te overlijden.

In 1986 werd Lewis nogal verassend, voor een kiesdistrict in Georgia, in het Huis van Afgevaardigden gekozen. Daar zetelt hij, inmiddels een zeer gewaardeerd lid nog steeds, en heeft het tot voorzitter van de zwarte contactgroep (black caucus) gebracht. Politiek gesproken stond deze Democraat het echtpaar Clinton steeds zeer na.

Supergedelegeerden

Alleen al omdat hij Congreslid is, hoort Lewis tot de 796 zogenoemde supergedelegeerden, partijbaronnen die op de Democratische Conventie in augustus stemrecht hebben zonder via een voorverkiezing verkozen te zijn (zie mijn weblog: Zijn de Democraten straks wel zo democratisch).

Lewis had vorige jaar al gezegd op Hillary Clinton te zullen stemmen voor de Democratische nominatuur. Maar dat was toen Barack Obama nog mijlen ver achter lag. Inmiddels heeft het kiesdistrict van Lewis bij de voorverkiezingen op Supertuesday in een verhouding van drie staat tot een op Obama gestemd.

Enkele dagen later heeft de senator uit Illinois gezegd dat het inherent ondemocratische karakter van een nominatuur waarbij de partijbaronnen de doorslag geven (mocht het zo ver komen) kan worden geneutraliseerd. Namelijk als de supergedelegeerden beloven de wil van de kiezers in hun staat of district te volgen.

Vreemd

Lewis heeft de New York Times verteld dat zijn achterban er sterk op aandringt dat hij bij de Conventie op Obama zal stemmen. Lewis zei dat hij uit democratische overwegingen zeer gevoelig was voor die oproep.

Dan is er nog iets. Toen John Lewis zich op die zomerdag meer dan veertig jaar geleden in Selma in elkaar liet slaan, was dat onder meer opdat ooit de dag (toen ondenkbaar ver weg) zou aanbreken dat een ‘negro’ een goede kans zou maken om president van Amerika te worden. Die dag is nu aangebroken. Dan zou het toch vreemd zijn als uitgerekend John Lewis zijn stem aan Barack Obama onthoudt.

About this publication