Are the Minister’s Remarks a Death Blow to Obama?

<--

weblog THE PRESIDENT’S MAN

Zijn uitlatingen dominee doodsteek voor Obama?

donderdag 20 maart 2008 19:01

Als Barack Obama de nieuwe president van Amerika wordt – en die kans is er niet groter op geworden deze week -, zal de toespraak die hij op 18 maart in Philadelphia hield als een historische rede worden geboekstaafd. Op dezelfde lijn als toespraken van John F. Kennedy, Franklin Delano Roosevelt of Abraham Lincoln.

Daar stond hij dan, Barack Obama, de jonge senator uit Illinois, en de eerste serieuze zwarte kanshebber op het presidentschap. Hij sprak tegen de achtergrond van enorme Amerikaanse vlaggen op een steenworp verwijderd van het gebouw waar de Amerikaanse Constitutie geschreven werd.

In politiek levensgevaar

De kandidaat met de zwarte vader en de blanke moeder, die steeds had gezegd dat ras er niet meer toe deed in deze campagne, maar die nu opeens in politiek levensgevaar verkeerde. Daarom moest het roer wel om. Dat lukte wonderwel. Obama hield wat in wijde kring is omschreven als een briljante en bijzonder oorspronkelijke rede over de rassenkwestie in Amerika.

Het was allerminst een vrijwillige exercitie. De brisante uitlatingen van Obama’s vroegere dominee, Jeremiah Wright, dienden overtuigend weerlegd te worden. Deze Wright, die Obama en zijn vrouw Michelle nog getrouwd heeft, vervloekte (het blanke) Amerika soms in zijn preken en had de aanslagen van 11 september als een kwestie van het verdiende loon bestempeld.

Verrassend stil

In the Times heeft Benedict Nightingale het tafereel in Philadelphia fraai beschreven: ‘Op een of andere manier verstaat Obama de kunst om sterke gevoelens over te brengen zonder in emotioneel opzicht manipulatief over te komen. Hij staat daar in zijn eenvoudige pak. Zijn stem klinkt vast en zijn lichaamstaal is verrassend stil. Hij maakt nauwelijks enige bewegingen met zijn handen of armen. Zijn manier van spreken had niet verder weg kunnen staan van die van Jeremiah Wright, zijn oude predikant. Hij krijgt het voor elkaar om Wright de les te lezen zonder hem te verloochenen. Door dit alles versterkt hij de kern van zijn boodschap: “ik heb een zwart gezicht, maar ben in staat om de natie te vertegenwoordigen in al zijn verscheidenheid”.’

Of deze toespraak Obama’s kandidatuur zal redden blijft de vraag. Zijn tegenstanders zullen de televisiekijkers eindeloos bombarderen met de woorden van Wright. Campagnes hebben over het algemeen een sterk rancuneus karakter. Aan John Kerry, de Democratische kandidaat in 2004, die zich in Vietnam verdienstelijk had gedragen, probeerde het Bush-kamp dat oorlogsverleden alsnog te ontfutselen.

Een dominee is in het streng gelovige Amerika een man van gezag. Als de kapper van Obama dit had gezegd, was het allemaal lang zo erg niet geweest. Een kandidaat die in dat sterk patriottistisch gezinde land op enigerlei wijze geassocieerd wordt met een man die een vervloeking over het land uit heeft gesproken, loopt met een molensteen rond zijn nek. Het is dan niet van doorslaggevend belang dat de New York Times of Miami Herald lyrische commentaren (hoe verdiend ook) aan de rede wijden.

Reagan Democrats

Nee, dan gaat het erom hoezeer de zogenaamde Reagan Democrats, eenvoudige vaderlandslievende, blanke fabrieksarbeiders, hun toch al overwegend associatieve stemgedrag laten bepalen door de uitlatingen van dominee Wright. Dan is er nog iets. Ook voordat deze affaire losbarstte, begon Obama onder deze categorie kiezers stemmen te verliezen aan Hillary Clinton. Dat is in Mississippi, waar Obama dankzij de zwarte stemmen ruim won, duidelijk gebleken.

About this publication