De suggestie dat de belangen van Wall Street diametraal tegenover die van Main Street staan, is gevaarlijk populisme.
In de Amerikaanse Senaat heet de commissie van Buitenlandse Zaken Committee on Foreign Relations. In het Huis van Afgevaardigden is de naam van de overeenkomstige commissie een slagje anders: Committee on Foreign Affairs. Het verschil werd door een senator ooit als volgt verklaard: senatoren hebben relaties, leden van het Huis zijn slechts in staat tot affaires.
Iets van die eigendunk in de Senaat waar een ambtstermijn van zes jaar geldt, terwijl de afgevaardigden zich elke twee jaar moeten verantwoorden bij de kiezers kwam deze week naar voren nadat s werelds grootste debatvereniging het reddingsplan voor de kredietcrisis had aanvaard. De Democratische fractieleider, Harry Reid uit Nevada, en de aanvoerder der Republikeinen, Mitch McConnell uit Kentucky, zwaaiden niet alleen elkaar uitvoerig lof toe, maar roemden ook de Senaat als een instituut dat zich slagvaardig toont wanneer het nodig is. Het Huis waar het reddingsplan drie dagen eerder onverwachts schipbreuk had geleden moest zich nu ook maar snel van zijn flexibele kant laten zien, maande McConnell met zo veel woorden.
Op het moment dat deze rubriek wordt geschreven, is nog niet bekend of die woorden ter harte zijn genomen. Het Huis zou gisteren opnieuw stemmen over het plan, en algemeen werd verwacht dat er dit keer geen kink in de kabel zou komen, mede doordat het wetsontwerp inmiddels is voorzien van verscheidene sweeteners waarmee de wantrouwige achterban enigszins kan worden gepaaid, zoals het opvoeren van extra fiscale aftrekposten en meer geld voor rampenbestrijding.
Woede
Maar ook als het aangepaste plan door het Huis komt, zal de stemming in het land nog niet drastisch veranderen. Naast angst en onzekerheid heerst er veel woede, die door zowel rechtse als linkse sentimenten wordt gevoed. Howard Beale meets Frank Capra zo zou het volksgevoel kunnen worden getypeerd.
Frank Capra is de regisseur van filmklassiekers als Meet John Doe, Its a Wonderful Life en Mr. Smith Goes to Washington. Films die zijn doortrokken van een soort christelijk-socialistische ethiek. Het patroon is steeds hetzelfde: de kleine man die wordt belaagd dan wel dreigt te worden gecorrumpeerd door het grote geld, maar wiens eenvoudige, goede inborst uiteindelijk het kwaad overwint.
Howard Beale is de naam van de anchorman die een van de hoofdpersonen is in de vermaarde film Network. Door dalende kijkcijfers staat zijn positie op de tocht, hij krijgt last van toevallen, maar een geslepen producer weet hem om te smeden tot vertolker van de woede over alles waarop de gemiddelde Amerikaan geen greep meer heeft.
Staatsinterventie heeft niets met socialisme, alles met pragmatisme te maken.Op een gegeven moment roept hij zijn kijkers op het raam open te doen en naar buiten te schreeuwen: Im as mad as hell and Im not going to take this anymore! Zijn woede-uitbarstingen vinden gehoor en zijn opgefokte nieuwsshow wordt een doorslaand succes.
(tekst loopt door onder het filmfragment)
Wall Street
Met zijn ondoorzichtige praktijken en speculanten die via schimmige constructies miljoenen dollars hebben opgestreken, vormt Wall Street dezer dagen een uitgelezen doelwit voor een al langer sluimerende volkswoede. En laat er geen misverstand over bestaan: er heeft daar een financieel avonturisme wortel geschoten dat alle perken te buiten gaat en dat hoognodig aan banden moet worden gelegd. Onverantwoordelijke, kortzichtige bankiers en beursmakelaars dragen de eerste verantwoordelijkheid voor de kredietcrisis.
Daarom is het zo ongelukkig dat minister van Financiën Hank Paulson voormalig topman van zakenbank Goldman Sachs vanaf het begin de term bailout heeft gebezigd voor zijn reddingsplan. Want daarmee wordt onwillekeurig gesuggereerd dat vooral de fat cats met hun topsalarissen en bonussen uit de brand moeten worden geholpen. De reddingsoperatie dient natuurlijk in de eerste plaats te draaien om de spaarders en eerzame beleggers.
Main Street
Maar hoe gerechtvaardigd de kritiek op de handel en wandel van de financiële sector ook is, ze krijgt een verkeerde wending als het vervolgens wordt voorgesteld alsof de belangen van Wall Street diametraal tegenover die van Main Street staan. Dat is een gevaarlijk populisme. Een vergaande ontregeling van de geldmarkt is op afzienbare termijn een gevaar voor het hele economische verkeer. Banken houden de hand op de knip, ondernemers stellen investeringen uit, de werkgelegenheid wordt aangetast, consumenten krijgen minder te besteden. Daarom is het goed dat de overheid intervenieert en orde op zaken stelt. Dat heeft niets met socialisme, maar alles met pragmatisme te maken, zoals The Economist nuchter opmerkte.
Populistische ressentimenten tegen Wall Street komen vanouds het meest voor in de Democratische gelederen. Maar in deze crisis is het de Republikeinse partij, ooit de toeverlaat van grote banken en bedrijven, die het meeste misbaar maakt. Met name in het Huis heeft zich een aanzienlijke groep ideologische diehards genesteld, die nog liever een stevige recessie riskeren dan van hun doctrinaire lijn afwijken. Terloops zetten ze ook hun eigen presidentskandidaat op de tocht.
Op voorwaarde dat zijn partij geen slappe knieën krijgt, kan Barack Obama zich nu in de mantel van de verantwoordelijke staatsman hullen. In het besef dat niet Irak en Afghanistan, maar de gezondmaking van het Amerikaanse kapitalisme zich aftekent als de grootste uitdaging voor de volgende president. Die zijn inspiratie dus meer moet ontlenen aan een Roosevelt (New Deal) dan aan een Eisenhower (exit Korea).
Fragment over de New Deal uit de BBC4-documentaire The Century of the Self
Leave a Reply
You must be logged in to post a comment.