Obama vs McCain: Nothing Is Sure, That’s for Sure

<--

Obama vs McCain: Niets is zeker, dat is zeker

De financiële crisis, die de VS en daarmee Europa en de wereld hard heeft getroffen, heeft elke (schijn-) zekerheid uit de race voor het Witte Huis doen verdwijnen.

Noch Barack Obama, noch John McCain heeft een pasklaar antwoord op de crisis paraat. Eigenlijk kunnen we dat ook niet aan hen vragen want niemand, maar dan ook niemand in de financiële wereld of in de politiek weet wanneer de bodem in de aandelenmarkt bereikt is. Niemand kan voorspellen wanneer het vertrouwen van spaarders en beleggers wordt hersteld. Niemand weet of dan wel hoe de reële economie door de financiële crisis wordt aangetast. Niemand weet welke maatregelen effectief zijn.

Het gaat dan ook niet of Obama dan wel of McCain het tovermiddel paraat heeft, maar of zij het vertrouwen wekken dat zij de markten ten goede kunnen keren. Het Bush-Paulson plan dat een bedrag van $ 700 miljard reserveert om ondeugdelijke leningen en hypotheken uit de markt te nemen en in de finale versie, net als het EU-noodplan, de interbancaire leningen garandeert en individuele banken ondersteunt, verdiende dan ook bipartisan support.

Vertrouwen wordt niet hersteld op basis van partij-politiek gesteggel. Obama stelde zich presidentieel op en omarmde, los van de details, het plan direct. McCain aarzelde en wist uiteindelijk slechts een meerderheid van de Republikeinen te overtuigen het geamendeerde reddingspan van hun eigen Republikeinse president te steunen. Kortom, geen daadkrachtig optreden.

McCain heeft zich niet weten te positioneren als de president, die vertrouwen wekt op het gebied van de financiën en de economie. Tel daarbij op dat de gemiddelde Amerikaan de financiële crisis wijt aan het (gebrek aan) optreden van president Bush, dan is de economie de achilleshiel van presidentskandidaat McCain. Dat betekent nog niet dat de economie de basis voor een zekere overwinning van presidentskandidaat Obama is. De drie debatten tussen Obama en McCain waren saai en overtuigden vooral de eigen aanhang. Obama won op punten door zijn betere uitstraling, niet door zijn betere antwoorden. Eigenlijk was het debat tussen Joe Biden en Sarah Palin nog het leukste debat. Biden won ook hier op punten, maar Palin hielt zich goed staande en charmeerde met haar “May I call you Joe?”.

Op punten winnen is echter onvoldoende voor een overwinning. Alles ligt nog open omdat Obama het van zijn uitstraling moet hebben, maar inhoudelijk geen indruk maakt. De uitstraling van Obama kan als sneeuw voor de zon verdwijnen wanneer de zaak van zijn radicale dominee waar hij lang kerkte of zijn banden met een bekeerde terrorist weer opspelen. Ook blijft Obama kwetsbaar bij nieuwe geruchten. Bij Obama blijft de vraag: wie is hij? Waar komt hij vandaan? Waar wil hij naartoe? En wie zijn zijn vertrouwelingen, waarmee hij de regering gaat vormen? Is Obama daarbij de gevangene van Hillary en Bill Clinton, die de Democratische partij door en door kennen en over een bewezen netwerk beschikken.

De campagne komt nu in haar laatste fase en zal vuiler worden en harder dan ooit het geval was. John McCain maakt een kans wanneer Sarah Palin ervoor zorgt dat de moral majority opkomt en op hem stemt, wanneer Obama uiteindelijk toch buiten zijn hardcore aanhang twijfel blijft oproepen en wanneer de arbeidersaanhang van Hillary Clinton toch niet op een zwarte kandidaat durft te stemmen. McCain moet hopen dat de financiële markten in de komende twee weken tot bedaren komen en dat Bush, Paulson en Fed president Bernanke daarvoor krediet krijgen, dat hij zelf een paar gelukkige sound bites weet te lanceren over veiligheid en dat Sarah Palin geen uitglijers maakt. Voor beide kandidaten geldt dat zij het moeten hebben niet van eigen kracht, maar van de zwakte van de ander. Dat is overigens eerder voorgekomen. De race Kennedy vs Nixon werd in 1960 in de laatste seconde in het voordeel van Kennedy beslist omdat Nixon zwakker overkwam. Het wordt (blijf) spanned.

About this publication