Na de euforie
Darryl Pinckney, een zwarte auteur die regelmatig voor The New York Review of Books schrijft, zei dat de taferelen na de eclatante verkiezingsoverwinning van Barack Obama hem deden denken aan de val van de Berlijnse Muur in november 1989. Op de avond van 4 november scandeerde voor het beroemde Apollo Theatre in de van oudsher zwarte New Yorkse wijk Harlem een uitgelaten menigte de naam van president-elect Obama op de klanken van een steelband.
Hoewel president Bush, vicepresident Cheney en de Republikeinse partij niet zomaar op één lijn kunnen worden gesteld met Erich Honecker en de communistische partij in het voormalige Oost-Duitsland, hadden de gebeurtenissen in november 1989 en november 2008 met elkaar gemeen het gevoel dat een tijdperk ten einde was gekomen, dat er een even wezenlijke als plotselinge verandering had plaatsgehad en zelfs dat iets omver was geworpen.
Maar laten we hopen dat daar de gelijkenis tussen beide, inderdaad historische, gebeurtenissen stopt en dat het Westen deze keer niet dezelfde fouten maakt als na de val van de Muur. Rusland verviel toen in drie jaar tijd van supermacht tot een zwak en machteloos land. De Russische planeconomie werd met hulp van het Westen zo snel mogelijk omgevormd tot een markteconomie. In de golf van triomfalisme die het Westen na de val van de Muur overspoelde, verloren de politieke leiders al hun waakzaamheid.
Volgens Edward Lucas, correspondent voor het gezaghebbende Britse weekblad The Economist en schrijver van De nieuwe Koude Oorlog (2008), was het een rampzalige vergissing van het Westen om te veronderstellen dat Rusland geleidelijk aan een westers land zou worden. Twee decennia nadat de Russische president Michail Gorbatsjov begon met de ontmanteling van het Sovjetcommunisme toont het Rusland van Vladimir Poetin niets dan minachting voor het op recht en wet gebaseerde westerse samenlevingsmodel.
Op de verjaardag van Poetin in 2006 werd (bij wijze van verjaardagsgeschenk?) de Russische journaliste Anna Politkovskaja in de lift van haar flat in Moskou doodgeschoten.
Drie weken na de moord werd in hartje Londen Aleksandr Litvinenko, een voormalige agent van de Russische geheime dienst, met polonium vergiftigd. Dit radioactieve isotoop is zo moeilijk verkrijgbaar en dermate kort houdbaar dat de aanslag feitelijk alleen het werk kan zijn geweest van de FSB (de binnenlandse tak van de voormalige veiligheidsdienst KGB uit de Sovjettijd).
De ideologische tegenstelling tussen Rusland en het Westen betreft niet langer het communisme versus het kapitalisme (tegenwoordig worden ook in het Westen bedrijven op sovjetachtige wijze genationaliseerd), maar het wetteloze en xenofobe nationalisme in Rusland versus het liberale en rechtstatelijke multinationalisme van het Westen.
De Russische president Dmitri Medvedev verwelkomde de verkiezingszege van Barack Obama met het dreigement dat Rusland bommenwerpers aan de Poolse grens zal stationeren als de Verenigde Staten raketafweersystemen plaatsten in Oost-Europa. Er is het Kremlin blijkbaar veel aan gelegen om de ‘nieuwe Koude Oorlog’ te continueren. Het is mij een raadsel met welk deel van Azië Europa een veiligheidsorganisatie in een nieuwe stijl zou moeten afsluiten, zoals J.H. Sampiemon en Karel van Wolferen opperden (Opnie & Debat, 22 november).
De houding van China tegenover de Verenigde Staten kan nog het best als passief agressief worden omschreven. De film Dark Matter (2007) gaat over Lu Gang, een Chinese natuurkundige, die de Universiteit van Iowa binnenwandelt en zijn hoogleraar en nog vijf anderen vermoordt alvorens hij het pistool tegen zijn slaap zet en zichzelf doodschiet.
De schietpartij op de campus in Iowa, die in werkelijkheid in de winter van 1991 plaatsvond, is door de Chinese regisseur Chen Shi-Zheng aangegrepen om de psychologische dynamiek tussen China en het Westen te onderzoeken. Volgens sinoloog Orville Schell, die de film Dark Matter besprak in het augustusnummer van The New York Review of Books, is China historisch verwond door buitenlandse mogendheden, een situatie die volgens Schell nog wordt verergerd door de wijze waarop het Westen de inspanningen van China om te worden geaccepteerd als wereldmacht dwarsboomt.
De hoofdpersoon in Dark Matter, die in de film Liu Xing heet, verbeeldt in extreme vorm de complexe relatie die het hedendaagse China heeft met de buitenwereld, aldus regisseur Shi-Zeng. Liu Xing voelt zich superieur, vanwege de grootse Chinese beschaving waarin hij is opgegroeid, maar doordat China nog steeds achterligt bij de Verenigde Staten is hij toch onzeker. Liu Xing ziet de Amerikanen, die hij bij aanvang van zijn studie nog vereert, uiteindelijk als zijn onderdrukkers.
Er is geen reden om erop te vertrouwen dat de opkomst van China geen bedreiging vormt voor het Westen, zoals de Singaporese diplomaat en hoogleraar Kishore Mahbubani, die momenteel door Nederland toert met zijn boek De eeuw van Azië (2008), ons wil doen geloven. Ook is het niet evident dat er in het land op afzienbare termijn democratische hervormingen zullen plaatsvinden. De middenklasse in China houdt die juist tegen, bang als zij is voor een massa muitende arbeiders.
Barack Obama heeft sinds de verkiezingen bewezen minder naïef te zijn dan veel van zijn aanhangers. Gelukkig maar. Naast het topteam aan economen dat hij deze week presenteerde, zullen Hillary Clinton, James Jones en Robert Gates samen met vicepresident Joseph Biden naar verwachting het buitenlandteam vormen. Alle vier staan bekend om een gezonde dosis realisme.
Naïviteit vertaald als ‘hoop’ mag deze dagen dan hip zijn, zoals de Amerikaanse schrijfster Joan Didion onlangs verzuchtte tijdens een symposium in The New York Public Library, het is en blijft een slechte leidraad voor buitenlands beleid.
Leave a Reply
You must be logged in to post a comment.