European and American Banks

<--

Wat begon in de Verenigde Staten met het verlenen van hypotheken aan mensen van wie men van tevoren wist dat ze de lasten daarvan nooit zouden kunnen dragen, is uitgewaaierd tot een financiële crisis.

De regeringen in Amerika en Europa hebben daarop gereageerd door de banken te steunen of zelfs geheel of gedeeltelijk op te kopen. Ook de rente is verlaagd.

Bedoeling van dit alles: de banken moeten in staat worden gesteld één van hun belangrijkste taken, het zijn van smeerolie in de economie, te blijven vervullen.

Terwijl de banken door de overheidsmaatregelen goedkoop geld kunnen lenen, leggen zij ondernemingen die willen investeren forse rentes op. Aan de ene kant (die van de banken) is dat begrijpelijk, want ze willen hun eigen buffers opvoeren. Aan de andere kant (die van de klanten) is dat – zakelijk en gevoelsmatig – verkeerd. Moeten de bedrijven, die geld willen lenen om te investeren, opdraaien voor de problemen die tal van banken zelf hebben veroorzaakt en voor het onderlinge wantrouwen van de banken?

Om de ontstane recessie echt te lijf te kunnen gaan moeten de banken er juist voor zorgen dat de haperende economische motor de nodige brandstof krijgt.

Het is ongepast, dat terwijl de Europese Centrale Bank de rente heeft verlaagd tot 3,25 procent, ondernemers – via zogeheten risico-opslagen – aan hun bank tussen de 8 en 9 procent rente moeten betalen, als zij dat geld nodig hebben om te investeren.

Natuurlijk moeten banken kritisch zijn bij het beoordelen van kredietaanvragen. Dat hadden ze – ook in ons land – trouwens ook moeten zijn bij het verstrekken van, soms veel te hoge, hypotheken.

Maar het kan niet zo zijn dat ze hun eigenlijke taak veronachtzamen door hun – vaak vaste, gedegen en trouwe – klanten op te zadelen met exorbitante rente-eisen.

Daar was de hulp die de banken van de overheid hebben gekregen niet voor bedoeld en dat werkt ook averechts uit op het herstel van onze economische kracht.

About this publication