Punishment for the Hummer

<--

Straf voor de Hummer

In Detroit is de economische crisis al heel zichtbaar. In sommige wijken van ‘Motown’, de stad waar het hart van de Amerikaanse auto-industrie een eeuw lang heeft geklopt, staat eenderde van de huizen niet meer zielig te koop maar gewoon leeg: kaal en verlaten. En dat zal nog erger worden. Want vannacht heeft de Senaat in Washington een speciale steunoperatie voor de autoconcerns in Detroit verworpen.Republikeinen waren hierachter de drijvende kracht. Een dag eerder had het Huis van Afgevaardigden wel ingestemd met het voornemen om de auto-industrie met een injectie van 14 miljard dollar voor de ondergang te behoeden. Beide kamers in het Congres draaiden zo de rollen om. Eerder dit najaar was het de Senaat die instemde met een reddingsplan van de bancaire sector. Toen rebelleerde het Huis tegen deze ‘uitkoop’ door de overheid ter waarde van 700 miljard dollar.

In beide gevallen gaat om de vraag of falende ondernemers met belastinggeld gered moeten worden. „Veel worstelende Amerikanen vragen zich af waar hun bail out blijft”, zoals een Republikeinse senator zei. Zijn Democratische tegenvoeter draaide het na de stemming om. „Het wordt voor veel mensen een heel, heel slechte Kerstmis.”

Beiden hebben gelijk. De drie grootste autoconcerns van Detroit staan aan de rand van de financiële afgrond. Ford heeft nog de meeste overlevingskansen. Het precies 100 jaar oude concern General Motors heeft een schuld van 60 miljard uitstaan en blijft misschien overeind als het snel steun krijgt. En voor Chrysler is het, volgens experts, eigenlijk al te laat. Om massawerkloosheid te vermijden had aankomend president Obama zich achter het steunpakket geschaard. De stemming in de Senaat is voor hem dan ook een politieke nederlaag.

Dat is niet erg. Want het vannacht gesneuvelde voorstel is niet voldragen. Weliswaar zouden de drie concerns de arbeidsvoorwaarden hebben moeten terugschroeven naar het, minder kostbare, niveau van buitenlandse concurrenten als Toyota, waar de vakbonden minder macht hebben. Maar de Democraten wilden dat moment uitstellen tot 2011 en, anders dan de Republikeinen, niet al volgend jaar afdwingen. Daarmee dreigde een verregaande vorm van oneerlijke concurrentie op de binnenlandse markt in de VS.

Er is tegen deze vorm van steun bovendien een argument, dat ook in Republikeinse kring overigens niet serieus werd uitgewerkt. De klassieke Amerikaanse industrie balanceert mede op de rand van bankroet omdat ze al decennia consequent de verkeerde auto’s maakt. Motown in Detroit loopt financieel én innovatief achter. De Hummer is daarvan het symbool, zeker in deze sobere recessietijden. Overheidssteun zou dat mismanagement eerder bestendigen dan straffen.

Het is dan ook te hopen dat scheidend president Bush en zijn opvolger Obama komende weken niet voor de verleiding of druk bezwijken om, via een juridische achterdeur, toch nog met een overbruggingskrediet op de proppen te komen. Belastinggeld kan en moet inventiever worden besteed.

About this publication