Afghanistan: A Test Case for Obama

<--

zaterdag 7 februari 2009 door NRC Handelsblad

Afghanistan is nu al dé testcase voor Obama

Reeds na twee weken is Afghanistan een belangrijke testcase voor president Obama geworden. Minister Robert Gates van Defensie zei het vorige week zo: Afghanistan is „de grootste militaire uitdaging op dit moment”.

Daarmee had Gates geen woord te veel gezegd. Een dag later al besloten de autoriteiten van de Afghaanse kiesraad om de presidentsverkiezingen, die in april zouden moeten worden gehouden, tot 20 augustus uit te stellen. Reden? Het land is niet veilig genoeg om democratische verkiezingen te kunnen houden.

Begin deze week wist een zelfmoordenaar zich vervolgens toegang te verschaffen tot een trainingscentrum van de politie in Tarin Kowt. Bijna onder de ogen van de Nederlandse troepen daar kwamen 21 Afghaanse agenten bij deze aanslag om het leven. Nog geen etmaal later werd in Pakistan een brug opgeblazen. Het transport over de Khyberpas, een route die zijn faam ontleent aan de jaren tachtig toen de de Sovjet-Unie in Afghanistan de lakens dacht uit te delen, is daardoor onmogelijk geworden. En weer een halve dag daarna maakte Kirgizië bekend dat de Amerikaanse militaire basis in deze ex-sovjetrepubliek dit jaar moet worden gesloten, omdat de regering in Bisjkek meer geld van Rusland kan krijgen.

De Westerse troepen, die sinds eind 2001 onder leiding van de NAVO in Afghanistan actief zijn, raken zo meer en meer geïsoleerd.

De NAVO onderkent zelf ook dat het in een netelige positie verkeert. De alliantie heeft nu Iran nodig om de logistieke lijnen open te kunnen houden. Secretaris-generaal Jaap de Hoop Scheffer van de NAVO heeft er vorige maand expliciet voor gepleit om Iran meer bij het diplomatieke overleg in de regio te betrekken.

De Hoop Scheffer heeft gelijk. Iran kan een positieve rol spelen in de regio. Maar na zoveel jaren Westerse pacificatiepolitiek in Afghanistan wijst het pleidooi van de scheidend secretaris-generaal toch niet op zelfvertrouwen.

In een interview vorige week zaterdag met deze krant uitte Willem van de Put, de directeur van de non-gouvernementele hulporganisatie HealthNet die al vijftien jaar in Afghanistan actief is, zijn twijfels over de effectiviteit van de westerse pacificatie. „Het is geweldig dat Nederland een inspanning levert.” Maar „feit is dat de westerse aanpak vaak averechts werkt”, aldus Van de Put.

Hoe pijnlijk ook, die analyse moet serieus worden genomen. Juist nu er in Washington een president aan de macht is gekomen met vergaande ambities in Afghanistan, moet de NAVO zich buigen over een paar primaire vragen. Waarop is de alliantie in Afghanistan uit? Op een bescheiden beheersing van het geweld, al is het maar om te voorkomen dat atoommacht Pakistan omvalt? Of op de wederopbouw van een land dat nu al 30 jaar in oorlog verkeert?

Officieel beoogt de NAVO het laatste. Officieus klinken andere geluiden, zoals van minister Gates. Het wordt tijd dat de alliantie haar pretenties gaat bijstellen. Als er in theorie allerlei verheven doelen aan de missie worden toegedicht, terwijl iedereen weet dat de praktijk veel banaler is, wordt het draagvlak voor de missie immers niet versterkt, maar eerder ondermijnd.

Eerlijkheid is nu geboden. In zijn laatste maanden als secretaris-generaal kan De Hoop Scheffer aan zo’n doorbraak bijdragen.

About this publication