The Most Important Event in This Century Was the Arrival of Bush

<--

Einde van een decennium, dus tijd om het moment van de afgelopen tien jaar te bepalen. Voor mij is dat 22 januari 2001. Niet 11 september van dat jaar, de dag dat Al Kaida de aanslagen pleegde in Washington en New York.

Niet 7 oktober 2001 toen Amerika de oorlog in Afghanistan begon, en ook niet 20 maart 2003 toen Amerika Irak binnenviel. Op die bewuste datum in januari 2001 werd George W. Bush als 43ste president van de Verenigde Staten van Amerika geïnaugureerd. Het is moeilijk te bepalen hoe historici uiteindelijk over het eerste decennium van dit nieuwe millennium zullen oordelen, maar het lijkt erop dat toen de Amerikaanse machtspositie verkwanseld werd. Voor de sceptici: zelfs de Amerikaanse inlichtingendiensten, verenigd in de National Intelligence Council, zien die machtsafname als vaststaand feit.

De inval in Afghanistan viel na de aanslagen van 11 september 2001 te rechtvaardigen, maar het verwaarlozen van die oorlog en de ongefundeerde aanval op Irak was een historische blunder. Daardoor kwam Amerika, tot op dat moment ’s werelds onbetwiste supermacht, in een moeras terecht waaruit geen uitweg zonder kleerscheuren mogelijk was.

Dit, gevoegd bij het schofferen van bondgenoten in de strijd tegen het terrorisme (’wie niet voor ons is, is tegen ons’), het afserveren van landen die tot de ’as van het kwaad’ zouden behoren, het in de hoek duwen van Rusland en het om zeep helpen van internationale verdragen zoals het klimaatakkoord van Kyoto tastte wereldwijd de sympathie voor Amerika aan. Oplopende overheidsuitgaven en een handelstekort waardoor Amerika niet alleen de waarde van de dollar op het spel zette, maar voor het dichten van de begroting afhankelijk werd van landen als China, verzwakte de positie verder. De kredietcrisis werkte tot slot als katalysator.

Het gevolg van de afname van economische en militaire macht was inboeten aan politieke macht, zodat Washington steeds minder de regels van het internationale spel kon bepalen. Dat werd voor Obama pijnlijk duidelijk toen hij de G7 moest inwisselen voor de G20 als het belangrijkste forum voor het herstel van de wereldeconomie en nadat hij met lege handen uit China terug kwam.

Is dat erg? Ja dat is heel erg. Misschien niet voor China, maar wel voor westerse landen die gewend zijn aan eeuwenlange dominantie van de wereldpolitiek.

Als het Westen het minder voor het zeggen krijgt, zullen door het Westen uitgevonden internationale instituties zoals de VN, het internationale recht en onze waarden als mensenrechten en democratie steeds minder waard worden. En als het er ooit echt om gaat spannen met de levering van olie, gas en andere schaarse hulpbronnen staat het Westen niet langer vooraan in de rij.

Als ik de lijstjes van anderen bekijk, scoort 11 september bij velen nummer 1. Een vreselijke gebeurtenis. Maar een die de Amerikaans neo-conservatieven hebben aangegrepen voor een serie van de meest ernstige fouten, waardoor Osama Bin Laden kreeg wat hij hebben wilde: een verzwakt Amerika.

Valt dit alles nog recht te breien? Ik ben bang van niet. Dank zij Bush is Obama’s belangrijkste taak voor nieuwe decennium het managen van het verval.

Een troost is dat de aftakeling van Groot-Brittannië ruim een halve eeuw duurde en rond de Eerste Wereldoorlog duidelijk zichtbaar werd, maar dat het land nooit aan de bedelstaf is geraakt. Amerika kan de machtsachteruitgang vertragen door samen met Europa internationaal een vuist te maken. Voor Europa ligt hier de kans om Obama te steunen. Maar Europa pakt die kans voorlopig niet. Met de naar binnen gerichte Nederlandse discussie over Urzugan als treurigmakend voorbeeld van dit Europese onvermogen.

About this publication