Dutch Commission Finds No Legal Justification for Iraq War

<--

Balkenende had geen greep op Irak-beleid

Gepubliceerd: 12 januari 2010 10:25 | Gewijzigd: 12 januari 2010 15:18

Door een onzer redacteuren

Den Haag, 12 jan. Voor de Amerikaans-Britse inval in Irak in 2003 ontbrak een volkenrechtelijk mandaat. Premier Balkenende heeft anders beweerd. Daarnaast is de Kamer in aanloop naar de Irak-oorlog niet volledig geïnformeerd.

Dat gebeurde met name over het verzoek van de Verenigde Staten om militaire steun te verlenen.

Dat zijn de belangrijkste conclusies uit het onderzoeksrapport van de commissie-Davids. Over de rol van Balkenende schrijft de commissie: „De minister-president heeft aanvankelijk geen of weinig leiding gegeven aan debatten over de Irak- kwestie.”

Deze onafhankelijke commissie onderzocht de achtergronden van de besluitvorming over de Nederlandse politieke steun aan de oorlog in Irak. Vanochtend is het rapport door commissievoorzitter Willibrord Davids, oud-president van de Hoge Raad, overhandigd aan Balkenende.

De commissie oefent scherpe kritiek uit op de manier waarop het toenmalige kabinet-Balkenende tot zijn standpunt kwam, en het vervolgens verdedigde. „Omdat de regering en regeringspartijen zich hebben verschanst” achter hun eerste standpunt „is een inhoudelijke gedachtenwisseling tussen regering en parlement over het Irak-beleid niet van de grond gekomen”. Informatie van eigen inlichtingendiensten werd zonder nuances en selectief doorgespeeld naar de Kamer.

„Een zekere onwaarachtigheid” zit er ook in de manier waarop het kabinet vasthield aan het ontmantelen van het wapenarsenaal van Irak als doel van de inval, terwijl het wist dat het de Amerikanen te doen was om regime change, het omver werpen van het bewind van Saddam Hussein.

De premier hield een onderzoek jaren tegen, maar zag zich, na aanhoudende politieke, maatschappelijke en publicitaire druk, toch genoodzaakt een onderzoek toe te staan. Omdat „de dynamiek een eigen leven begon te leiden”, aldus de premier in februari vorig jaar. Dat onderzoek had beter in een eerder stadium kunnen worden verricht, schrijft de commissie.

Er zijn volgens Davids geen bewijzen gevonden voor Nederlandse militaire inzet bij de invasie. Het kabinet-Balkenende I besloot de inval in Irak te steunen omdat Irak de resoluties van de Veiligheidsraad naast zich neerlegde. Die redenering is onjuist, concludeert de commissie. „Het kabinet heeft zichzelf geen dienst bewezen door zijn beleid te grondvesten op een volkenrechtelijk standpunt dat niet goed te verdedigen viel.”

De commissie heeft in vrijheid haar werk kunnen doen. Er was geen sprake van een „doofpotcommissie”, zei Davids. „Er waren geen pogingen tot invloed, laat staan druk. Er waren wel beperkingen op grond van de wet, bijvoorbeeld bij informatie van de inlichtingendiensten.” De premier noch de regeringspartijen hadden voor het sluiten van de krant gereageerd.

About this publication