Talk to the Taliban, Then Leave with Obama

<--

Met taliban praten en dan met Obama Afghanistan uit

Behalve minister van Binnenlandse Zaken Ter Horst lijkt inmiddels de hele wereld voor onderhandelen met de taliban. Terecht. Er komen steeds meer signalen dat ook in Afghanistan de partijen willen praten.

En er worden nu concrete stappen gezet om het vertrouwen van de taliban te winnen, zoals de reïntegratie van hun strijders waarover afgelopen dagen in Londen is gesproken. Het in ruil voor een baan, veiligheid en opleiding opgeven van de strijd was al redelijk succesvol in Irak en past in het beeld dat de Amerikaanse defensieminister Gates voor ogen heeft: de taliban wordt een onderdeel van de Afghaanse politiek, maar moet zich eerst positiever opstellen om verzoening met de regering in Kaboel mogelijk te maken. Dus niet langer verkiezingen tegenwerken en stoppen met moorden. De scheidende VN-chef in Afghanistan, Eide, wil bovendien een aantal strijders in de Afghaanse gevangenissen van de terrorismelijst halen.

Tegelijkertijd lijken er voorzichtige stappen door de taliban zelf te worden gezet. Zo zou hun leider Mullah Omar een strategiewijziging hebben verordonneerd als reactie op de afkalvende steun onder de bevolking en het kennelijke succes van de Navo. The Times zegt de hand te hebben gelegd op een plan dat leest als een gedragscode: geen zelfmoordaanslagen tegen burgers, geen gefilmde executies, en geen barbaarse methoden als het afhakken van oren en neuzen, maar juist toenadering tot de bevolking.

Wat is hier aan de hand? Zeker is dat vooral in het zuiden tribale leiders het helemaal met het geweld hebben gehad en hun aanhangers tegen de taliban opzetten. Een andere verklaring is dat door het grotere aantal Navo-troepen in het zuiden, de taliban steeds meer geweld moet gebruiken om zijn doelstellingen te bereiken. Die geweldstoename werkt averechts terwijl talibanleiders inzien dat een militaire overwinning onmogelijk is, dat de hearts and minds van de bevolking moeten worden veroverd en dat uiteindelijk alleen een politieke oplossing mogelijk is. Daarmee past het verloop van de strijd in Afghanistan in het ’normale’ verloop van dit soort conflicten.

Deze verandering van de dynamiek van een conflict is goed nieuws. Een voorzichtige conclusie is dat er zwakke signalen zijn die er op duiden dat de strijd nu in een andere fase terecht komt. Een fase waarin een politieke oplossing op termijn mogelijk is. Dit zou betekenen, wederom voorzichtig geconcludeerd, dat het tijdelijk zenden van extra troepen succesvol lijkt.

Obstakels zijn er te over. Wat te doen met Mullah Omar? President Karzai wil hem van de terroristenlijst halen; een eis van de talibanleider om met de onderhandelingen te beginnen. Maar het ligt helaas niet voor de hand dat de rest van de wereld daar mee instemt. De taliban willen ook pas onderhandelen als alle vreemde troepen vertrekken.

Zolang er geen overeenstemming is over de voorwaarden voor onderhandelen, zullen alle partijen doorvechten om hun posities te verbeteren. Om het in Haagse termen te zeggen: voor de Navo is het daarom ’alle hens aan dek’. Als de omslag die ik constateer echt is, zal de druk op Nederland om in Uruzgan te blijven alleen maar groter worden. Bovendien is er geen garantie dat onder leiding van een ander land de succesvolle Nederlandse aanpak in de provincie gewaarborgd wordt. Die aanpak is gebaseerd op een voor Navo-begrippen effectieve civiel-militaire samenwerking die zichtbaar bijdraagt aan de voor ontwikkelingswerk zo belangrijke stabiliteit en veiligheid. In deze tijd het schip verlaten lijkt niet handig. Om dit prille proces niet te verstoren is de Navo niet gebaat bij de terugtrekking van Nederlandse troepen. Obama denkt dat de veiligheidssituatie van medio 2011 terugrekking toelaat. Nederland zou dan in het kielzog van de Amerikanen kunnen vertrekken.

About this publication