Renewed Unease between the US and Europe

<--

Opelevend ongemak tussen VS and Europa

Het aantal signalen van Amerikaans ongeduld met Europees navelstaren neemt toe

Een van de beste slagzinnen die ooit zijn bedacht voor een film, was die voor Jaws 2. Deze eerste sequel – er zouden er nog twee volgen – kwam drie jaar na de authentieke Jaws uit en kon niet in zijn schaduw staan, maar de slagzin waarmee de film werd aangeprezen, was perfect: Just when you thought it was safe to go back in the water…

Minachting

Een soortgelijk devies is van toepassing op de betrekkingen tussen de Verenigde Staten en Europa. Na de turbulente periode-Bush leek president Obama de relatie weer in een kalmer vaarwater te hebben geloodst. Kort na zijn aantreden kwam hij naar Europa om de bondgenoten te verzekeren dat zijn Witte Huis hun opvattingen en wensen zeer serieus zou nemen en dat de tijd van nauwelijks verholen Amerikaanse minachting (denk aan Donald Rumsfelds sneer over het oude en het nieuwe Europa) voorbij was. Van de weeromstuit verstomden de verhalen over Amerikanen die van Mars komen versus Europeanen die Venus in hun genen hebben.

Maar net toen de Europeanen dachten dat het weer veilig was om pootje te baden in de Atlantische Oceaan, dook daar een reuzenhaai op in de persoon van defensieminister Robert Gates. Afgelopen week sprak hij in een rede tot een NAVO-conferentie in Washington waarschuwende woorden over wat hij de ‘demilitarisering van Europa’ noemde. Dat wil zeggen: er is in Europa in brede kring een afkeer van het gebruik van militair geweld gegroeid, die onmiddellijk na de verschrikkingen van de Tweede Wereldoorlog begrijpelijk en zelfs bevorderlijk voor de toenadering tussen oude vijanden was, maar die in deze eeuw ‘een belemmering voor het bereiken van werkelijke veiligheid en duurzame vrede’ is geworden, aldus de Amerikaanse bewindsman.

Agressief

Europeanen moeten gaan inzien dat vrede en veiligheid heden ten dage niet zozeer worden bedreigd door goed georganiseerde, agressieve staten, maar vooral door mislukte staten en terroristische bewegingen die opereren vanuit staten waarmee verder normale betrekkingen worden onderhouden. Daarom is het van belang dat de NAVO zich ontwikkelt tot een internationale veiligheidsalliantie en zich niet langer beperkt tot het doel waarvoor ze in 1949 is opgericht: bescherming van Europa’s territoriale integriteit. En dat betekent weer, aldus nog steeds Gates, dat de NAVO-landen zeer dringend moeten investeren in militair materiaal dat is toegesneden op het veranderende strategische landschap en op de benodigdheden van een expeditieleger.

Hieraan schort het in pijnlijke mate. Er is bijvoorbeeld een schreeuwend gebrek aan gevechtshelikopters. Het Belgische leger – dat trouwens nauwelijks nog die naam mag hebben – moet het doen met volstrekt verouderde Leopard-tanks. Van de 28 NAVO-lidstaten halen er slechts 5 de afgesproken bestedingsnorm voor defensie (2 procent van het bruto nationaal product); de meeste blijven er ver onder.

Hardliner

De uitval van Gates zou niet zo opvallen als hij helemaal op zichzelf stond.

Maar er zijn ineens meer signalen van oplevend Amerikaans ongeduld met het Europese navelstaren, met de onwil c.q. onmacht van de bondgenoten om verantwoordelijkheid te dragen en zich met kracht te positioneren in de wereld. Signalen die bepaald niet alleen van verstokte (neo)conservatieve Republikeinen komen. Om te beginnen: Gates zelf is beslist geen hardliner.

Evenmin trekt hij aan de touwtjes bij het weekblad Time, dat juist deze week zijn omslagverhaal wijdt aan The Incredible Shrinking Europe, een verhaal met als boodschap: het leven is goed in de meeste Europese landen (mede dankzij zestig jaar Amerikaanse protectie), maar de Europeanen leggen op het wereldtoneel weinig gewicht in de schaal, laten zich makkelijk manipuleren (door Rusland en China met name) en missen de kordaatheid om hun belangen op langere termijn veilig te stellen.

Betekenisvol

Illustratief is ook de provocatieve suggestie die historicus Andrew Bacevich doet in het – al evenmin conservatieve – tijdschrift Foreign Policy. Gezien alle moeite die het kost om de Europeanen tot een betekenisvolle bijdrage aan de missie in Afghanistan te bewegen, is het bij nader inzien misschien beter de NAVO juist weer te reduceren tot een alliantie die zich volledig beperkt tot het Europese domein, betoogt Bacevich. Een afgepaste taak past beter bij de Europeanen dan dat ze worden opgescheept met een mondiale verantwoordelijkheid die te hoog is gegrepen. Sarcastisch gezegd: Let Europe Be Europe, laat Europa zich verder onledig houden met zijn eeuwig durende integratieproces – het verhindert in elk geval de terugkeer van oude spoken.

Nek uitsteken

Natuurlijk loopt het allemaal niet zo’n vaart. Er worden hier vooral schoten voor de boeg gegeven. Maar ze geven wel uitdrukking aan een fundamenteel Amerikaans ongemak over de transatlantische relatie. Het Nederlandse vertrek uit Uruzgan, juist op een moment dat de bewoner van het Witte Huis zijn nek heeft uitgestoken en probeert het initiatief in Afghanistan te herwinnen, appelleert aan dat ongemak. Het krijgt daardoor ook meer Amerikaanse aandacht dan je zou denken als je Nederland slechts ziet als de muis die amechtig probeert mee te stampen met de buitenlandse olifanten.

Saillant voorbeeld: het kritische commentaar dat The New York Times donderdag wijdde aan de Haagse crisis. De aftocht uit Uruzgan brengt Nederland, de NAVO en Washington in grote verlegenheid, oordeelt Amerika’s meest gezaghebbende krant, die vreest voor een kettingreactie in andere Europese landen, en dat terwijl de missie in Afghanistan mede draait om de veiligheid van Europa. ‘Nederland verzwakt zichzelf en zijn bondgenoten.’

Ook hier geldt: het uiteindelijke schaderapport zal wel meevallen. Maar we zouden in dit land toch eens moeten ophouden onszelf stelselmatig kleiner te maken dan we zijn. Het leidt tot blikvernauwing aan het Binnenhof. Het is even fnuikend als de in Nederland ook maar al te bekende tegenpool: de neiging om de wereld te bestoken met onmatige pretenties.

About this publication