Prague

<--

Praag

Toen president Obama een jaar geleden in Praag zijn visioen van een kernwapenvrije wereld verwoordde, stond die wereld zo perplex dat ze hem terstond de Nobelprijs voor de Vrede in de handen duwde. Nu is hij naar dezelfde plek teruggekeerd om zijn woorden een concrete invulling te geven door met zijn Russische evenknie een ontwapeningsverdrag te signeren.

Het ‘Verdrag van Praag’ mag historisch genoemd worden, omdat voor het eerst een knik gemaakt wordt naar de afbouw van kernarsenalen. Het is wel nog altijd niet meer dan een eerste stap en dat is in dit geval de gemakkelijkste. Het verdrag snijdt enkel militair vet weg, zonder het vlees van de nucleaire superioriteit van beide grootmachten te raken. Met wat overblijft, kunnen de VS en Rusland nog altijd ruimschoots elkaar, een eventueel ander land of desnoods de hele wereld naar de verdoemenis helpen.

Op korte termijn minstens zo belangrijk is evenwel het diplomatieke signaal van Amerikaans-Russische toenadering. Dat signaal werd dan nog uitgerekend in Praag gegeven, in het vroegere Oostblok en dus ook in de regio waar de VS nu het door Rusland fel betwiste wapenschild willen optrekken. Het is betekenisvol dat die twist de ondertekening in Praag niet in de weg heeft gestaan. Als dat ook betekent dat Obama erin geslaagd is om Moskou een killere houding tegenover Iran en zijn krankzinnige nucleaire ambities te laten aannemen, zou dat een veel grotere geopolitieke impact kunnen hebben dan het ontmantelen van kernkoppen.

Het kneusje van de Praagse nucleaire lente is intussen andermaal de Europese Unie. Op het diner dat Obama houdt met de leiders van de Oost-Europese landen is de Unie niet eens uitgenodigd: niet Barroso, niet Van Rompuy en al helemaal niet chef buitenland Ashton. Een hervormd Europa met één stem? Het schijnt Obama simpelweg niet te interesseren. Daarmee doemt het beeld op van een nieuw Amerikaans leiderschap dat niet meer zo stompzinnig unilateraal is als voorheen, maar dat zijn bondgenootschappen niet noodzakelijk in de eerste plaats bij ons zoekt. Misschien moet Herman Van Rompuy toch nog maar eens Obama zijn telefoonnummer in de hand stoppen als hij volgende week eindelijk zijn (korte) tête à tête krijgt met de president.

About this publication