Europe Not So Fond of Obama Anymore

<--

De Europese klacht over de president komt voort uit onzekerheid over de eigen status in de wereld

Na de Afghaanse Taliban, de Pakistaanse Taliban, de Chinese onderminister die hem in Kopenhagen de les las, na Al Qaida en Al Shabaab, de firma Khamenei & Ahmadinejad, de Israëli’s, de neo-caudillo Hugo Chávez, na de linkervleugel van de Democratische partij, de milieubeweging, de grote verzekeringsmaatschappijen, de rechtse Tea Party-beweging, na dit zeer bonte gezelschap zijn nu ook de Europeanen misnoegd over Barack Obama. Als presidentskandidaat bracht hij nog meer dan 200 duizend dolenthousiaste Berlijners op de been, toen hij in juli 2008 hun stad aandeed. Maar de liefde is geleidelijk bekoeld.

Redelijk

Nu moet ik de verzamelterm ‘de Europeanen’ wel nader kwalificeren. Het is niet zo dat alle Europeanen meteen de wenkbrauwen fronsen als de naam van Obama valt. In Europese opiniepeilingen scoort hij nog steeds redelijk, al is de geestdrift voor zijn persoon duidelijk minder dan twee jaar geleden. Nee, het is vooral in de corridors van de macht dat er wordt gemopperd op de bewoner van het Witte Huis.

En dat gemopper is afgelopen week naar buiten gekomen, zij het heel geserreerd, in een vraaggesprek dat The Times had met José Manuel Barroso, de voorzitter van de Europese Commissie. Het gesprek ging vooral over de stand van zaken in de Europese Unie, de financiële crisis, de aanval op de euro, de positie van de Commissie en de plannen voor strakker toezicht op het begrotingsbeleid van de lidstaten. Maar tussen neus en lippen plaatste Barroso ook een kritische kanttekening bij de Amerikaans-Europese betrekkingen. Die ‘blijven achter’ bij wat ze zouden kunnen en moeten zijn. Sterker, voor de transatlantische relatie, die tijdens het bewind van Obama’s voorganger zo’n moeilijke periode doormaakte, dreigt een ‘gemiste kans’.

Demonstraties

The Times pakte flink uit met deze uitspraken en sondeerde meteen ook maar even de stemming in Berlijn, Parijs en Londen. Een zegsman in Downing Street, gedachtig de oude band tussen Londen en Washington, hield zich nog enigszins op de vlakte met een pleidooi voor een intensievere Amerikaans-Europese dialoog. Een anonieme naaste adviseur van president Nicolas Sarkozy was minder voorkomend: ‘President Obama komt niet uit dezelfde traditie als zijn voorgangers. Hij is vooral geïnteresseerd in Azië en Rusland. We missen het gevoel van een speciale relatie.’ En een hoge Duitse regeringsfunctionaris ging nog een stapje verder: ‘Als onze bezuinigingsplannen leiden tot demonstraties, krijgen we leuzen te horen die de betogers ontlenen aan Obama.

Het klopt dat de Amerikaanse president niet de indruk wekt innige gevoelens te koesteren voor EuropaHoe denkt u dat dit bij ons overkomt?’

Dit laatste is wel een zeer curieus verwijt. Er bestaan tussen de VS en de EU nu eenmaal verschillen van mening over de beste medicijn tegen een heropleving van de crisis. Washington zet zijn kaarten op aanhoudende stimuleringsmaatregelen, Europa benadrukt de noodzaak de overheidstekorten terug te dringen. Dit kan niet verbazen gezien de verschillen in economisch denken en maatschappelijke configuratie.

Munitie

Je zou kunnen zeggen: waar de Amerikanen het liefst gas geven, zetten de Europeanen al snel de voet op het rempedaal. Toch lukte het vorige maand op de G20-top in Toronto om globale overeenstemming te bereiken over halvering van de overheidstekorten. Dan is het nu wel erg huilerig om Obama te verwijten dat zijn groeifilosofie munitie verschaft aan Europese demonstranten.

Het klopt dat de Amerikaanse president niet de indruk wekt innige gevoelens te koesteren voor Europa. Hij schijnt wel eens te hebben verzucht dat het niet meevalt om zaken te doen met een mini-VN. Ook ontbreekt een persoonlijke band, zoals Ronald Reagan had met Margaret Thatcher, Bill Clinton met Tony Blair en de verguisde George Bush zelfs met meerdere Europese regeringsleiders.

Onzekerheid

Maar is dit wel zo’n ernstig manco? Ik denk dat de Europese klacht veeleer voortkomt uit onzekerheid over de eigen status in de wereld. Want laten we wel wezen: met dat gecompliceerde EU-bouwwerk zijn we inderdaad een soort Verenigde Naties in miniformaat, compleet met de pretenties, maar ook met de zwakheden die de volkerenorganisatie kenmerken. En de paradox is dat terwijl de VS eindelijk een zorgstelsel naar Europees model hebben ingevoerd, Europese regeringen zich juist gedwongen zien hun verzorgingsstaat vergaand af te slanken.

Dat doet pijn. Niet alleen vanwege de protesten op straat, maar ook en vooral omdat het optuigen van de verzorgingsstaat, tot en met de 35-urige werkweek en het pensioen met 60 jaar, nog niet zo lang geleden werd bestempeld tot een Beschavingsmissie, waaraan de hele wereld een voorbeeld kon nemen. Geen wonder dat het proces van – hoe zal ik het zeggen – voortschrijdend Europees inzicht vanuit de VS met enig leedvermaak wordt aanschouwd. Om over de nauwelijks verholen minachting van de nieuwe wereldmacht China maar te zwijgen.

About this publication