America Is Bleeding — Not Only in the Movies

<--

Amerika bloedt, niet alleen in de film

23 jaar na de eerste ‘Wall Street’ schetst regisseur Oliver Stone een portret van een grootmacht in verval. BJORN SOENENS vindt dat de fictie dicht bij de werkelijkheid aansluit.

‘I create nothing. I own.

We make the rules, pal!’

Het is de perfecte samenvatting van het tijdperk dat begon in 1981. Ronald Reagan en de magie van de markt: geen regels, vrij ondernemerschap, fanatiek privatiseren en, vooral, veel speculeren. Dertig jaar later is het systeem in mekaar gestuikt. Hele hordes uit de Amerikaanse middenklasse zijn in de armoede gestort. 44 miljoen Amerikanen zitten officieel onder de armoedegrens. Dat is 1 op de 7.

‘The point is, ladies and

gentlemen, that greed is good.’

Gordon Gekko windt er geen doekjes om: rijk worden is de boodschap. De cijfers liegen niet. In 1970 was acht procent van de Amerikaanse rijkdom in handen van het rijkste één procent van de bevolking. Veertig jaar later heeft datzelfde één procent een kwart van alle rijkdom in handen. De gevolgen zijn vernietigend: gewone burgers hebben hun koopkracht zien wegsmelten. Amerikaanse zonen en dochters zijn voor het eerst in honderd jaar armer dan hun vaders en moeders. Terwijl de Gordon Gekko’s speculeerden en hun rijkdom lieten aanzwellen, wrong de Amerikaanse middenklasse zich in duizend bochten om haar levensstandaard te behouden. De modale burger maakte almaar meer schulden – met de credit card, met hypotheek 1 en 2, met studieleningen. Hij stopte met sparen, nam er een tweede job bij, een derde, en verzoop uiteindelijk toch toen het bedrog van Wall Street aan het licht kwam. En intussen had niemand in de smiezen dat bruggen en wegen al dertig jaar aan het verloederen waren, dat scholen niet meer up to date waren en de sociale vangnetten almaar zwakker.

Bijna 15 miljoen Amerikanen zijn officieel werkloos. Amerika bloedt. 55-plussers die na dertig jaar hun baan zijn verloren en na twee jaar ook hun uitkering, hebben nachtmerries over hoe ze hun pensioen zullen halen. Als zwerver, als bag lady? Almaar meer zie je Amerikanen met verschillende generaties onder één dak leven: weer bij moeder of vader op de bank slapen om dakloosheid te vermijden Het alternatief? Slapen boven metroroosters, in het park of in de toiletten van de Wal-Mart.

‘Some reminded me I once said “greed is good”.

Now it seems it’s legal.’

Gordon Gekko, net uit de gevangenis ontslagen, ziet dat zijn graaitechnieken intussen wet zijn geworden. De Republikeinse agenda is al sinds Reagan gewijd aan belastingverlaging, vermindering van de regelgeving, ontmanteling van overheidsdiensten en nog méér belastingverlagingen. De Ownership Society, de Eigenaarssamenleving. Het model van Milton Friedman, het laisser-faire-model. Een sterke verlaging, in sommige gevallen de afschaffing, van de belastingen op inkomens, vastgoed en dividenden, zou tot meer investeringen leiden en meer economische groei. Het geloof dat overheidsregels de vrije markt remmen, dat uitkeringen voor de zwaksten afhankelijkheid kweken en elk initiatief doden. Zoals Reagan het kernachtig uitdrukte: ‘De overheid is niet de oplossing voor het probleem, de overheid is het probleem.’

Obama heeft zich van die zienswijze afgekeerd omdat de economie in 2008 een hartstilstand kreeg. Keynes deed zijn herintrede: om een recessie aan te pakken moet je meer besteedbaar inkomen in de zakken van de mensen stoppen. Ook al om de vrije democratie te redden. Franklin D. Roosevelt in 1944: ‘Mensen die honger hebben en geen baan, van dat materiaal worden dictaturen gemaakt.’ Dáárom is Obama een keynesiaan: hij vindt dat alleen behoorlijke salarissen en arbeidsvoorwaarden een middenklasse kunnen scheppen die de Amerikaanse economie stabiliseert en de motor is van nieuwe groei.

Ja, er is weer groei. Maar de bedrijven pakken hun winst en creëren voorlopig geen nieuwe banen. In het huidige tempo zijn er acht jaar nodig om alleen nog maar het aantal verloren banen sinds de recessie (acht miljoen!) terug te winnen. De Amerikanen zijn enorm geschrokken bij de meltdown van 2008. Ze sparen nu meer, wegens doodsbang voor de toekomst. Maar ook dat is slecht voor de economie: meer sparen betekent minder consumeren, waardoor de economie weer sputtert. Gordon Gekko constateert dat zijn manier van leven Amerika eigenlijk om zeep heeft geholpen.

‘More? I would say, enough!’

Amerikanen zijn razend over wat Wall Street hen heeft aangedaan, boos op hun president die de staatskas plundert om de banken overeind te houden en de autosector te redden met grote putten in de begroting. De publieke opinie wordt ook nog eens opgejut door de Tea Party en de Republikeinen die reageren als door een wesp gestoken als het gaat over overheidsingrijpen op de vrije markt of aantasting van hun recht om wapens te dragen. Maar veel van diezelfde conservatieven maken zich nauwelijks druk als de overheid ook mensen afluistert zonder vergunning of probeert in verre landen oorlog tegen terreur te voeren. In een land zo divers als de VS is er altijd een verhit debat over de vraag waar de invloedssfeer van de overheid moet ophouden.

Zoals Gordon Gekko vindt dat hij de wetten kan stellen, zo krijgen niet altijd diegenen die gelijk hebben hun zin, maar diegenen die hun argumenten het luidst, het vaakst, het hardnekkigst naar voren brengen. President Obama heeft er geen antwoord op, en reageert (te) emotieloos kalm, waardoor hij de voeling met het land en zijn inwoners verliest. Zoals Gordon Gekko in Wall Street zegt: ‘If you need a friend, get a dog.’

BJORN SOENENS Wie? Amerika-watcher bij VRT-nieuws en chef van het tv-journaal. Wat? Ook al trekt de economie weer aan, voor veel Amerikanen oogt detoekomst nog altijd somber. Waarom? De hebzucht van enkelen heeft tot de ondergang van velen geleid.

About this publication