Obama’s Magic Is Back

<--

De president heeft zich met zijn rede in Tucson opnieuw gepositioneerd als een man met presidentiële allure.

Mijn boekenkast is sinds kort verrijkt met een fraaie uitgave, getiteld Speeches that Changed the World. Het gaat om de tweede, herziene editie.

De eerste van vijf jaar geleden kende enkele pijnlijke omissies, zoals de beroemde – aanvankelijk geheim gehouden – anti-Stalin rede van Nikita Chroesjtsjov tot het 20ste communistische partijcongres in februari 1956. Die staat er nu wel in.

En natuurlijk is in de nieuwe editie een rede van Barack Obama opgenomen: zijn overwinningstoespraak in Chicago op 4 november 2008.

Indrukwekkend

Als over een paar jaar nog een derde editie van dit boekwerk zou verschijnen, zou dan ook een plaats worden ingeruimd voor de indrukwekkende toespraak die Obama afgelopen woensdag hield in Tucson tijdens de herdenkingdienst voor de slachtoffers van de schietpartij van Jared Loughner?

Beweren dat Obama’s optreden daar de wereld veranderde, zou te veel eer zijn voor zowel de gelegenheid als de presidentiële woorden. Zijn rede, hoe indringend ook, bevatte geen frasen die zich onmiddellijk in je geheugen nestelen, zoals Winston Churchills ‘I have nothing to offer but blood, toil, tears and sweat’ of John Kennedy’s ‘And so, my fellow Americans, ask not what your country can do for you; ask what you can do for your country’.

Maar ik denk dat het niet overdreven is om te zeggen dat de toespraak in Tucson in potentie een draaipunt is in Obama’s presidentschap. Zelfs al zal het niet lang duren voordat de Verenigde Staten terugkeren naar politics as usual.

Hoop

Het knappe van de rede was dat hij niet alleen op roerende wijze een hommage bracht aan ieder van de slachtoffers, maar dat hij de schokkende gebeurtenis ook in een licht wist te plaatsen dat voor Amerikanen van verschillende signatuur troost en hoop biedt. Met een woordkeus die hemzelf tot meer dan een achtenswaardige spreker maakte, namelijk tot een deelnemer aan het rouwproces.

Nadrukkelijk vermeed hij te praten in termen van schuld en boete. ‘Laten we op een manier met elkaar spreken die heelt in plaats van kwetst.’

Zelfs uit de dood van het meest aansprekende slachtoffer, de 9-jarige Christina Taylor Green, wist hij een positieve aansporing te destilleren: ‘Ik wil haar verwachtingen eer aandoen. Ik wil dat Amerika zo goed is als zij het zich voorstelde.’

Reagan

Bij het kijken naar de rede van Obama moest ik sterk denken aan twee soortgelijke optredens van Ronald Reagan. Het eerste na de ramp met het ruimteveer Challenger in januari 1986, het tweede bij een herdenkingsdienst voor de 37 slachtoffers van het fregat USS Stark, dat in mei 1987 door Iraakse Exocet-raketten in de Perzische Golf werd getroffen. Reagan had bij uitstek het oratorische vermogen om zich als het ware te vereenzelvigen met de pijn en de ontzetting van de natie en er betekenis aan te geven.

Obama trad woensdag in Tucson in Reagans voetsporen (dezelfde Reagan voor wie hij blijkens zijn autobiografie altijd een zwak heeft gehad). Na een tamelijk bar jaar, waarin hij vaak ook op zoek leek naar de juiste houding en toon, was de magie van de grote redenaar terug. Er was weer merkbaar waarom Barack Obama in de verkiezingscampagne van 2008 tot de verbeelding van niet alleen geheide Democraten, maar ook van onafhankelijke en zelfs Republikeinse kiezers sprak.

Niet dat je puur met oratorisch talent de kiezers voor je kunt winnen. Zeker niet als zittend president, die mislukkingen en omstreden beleidsdaden op zijn naam heeft staan.

Al houdt Obama nog tien prachttoespraken, hij kan zijn herverkiezing wel op zijn buik schrijven als de economie niet duidelijk beter gaat draaien en als met name het werkloosheidscijfer, thans 9,4 procent, tenminste twee punten omlaag gaat.

Allure

Maar hij heeft zich wel opnieuw gepositioneerd als een man met presidentiële allure, als een leider die op een cruciaal moment zowel zijn hart als zijn verstand op eloquente wijze kan laten spreken (en wel op eigen kracht, want de rede in Tucson was grotendeels door hemzelf geschreven).

Dat talent heeft overal zijn waarde, maar vooral in de Amerikaanse (of breder: Angelsaksische) politieke cultuur, waarin het woord zo’n belangrijke plaats inneemt en spreekvaardigheid hoog wordt gewaardeerd.

Ik blader nog een keer door Speeches that Changed the World en probeer te bedenken wat de meest memorabele woorden zijn van een Nederlandse regeringsleider. Helaas, ik kom niet verder dan: ‘Gaat u allen rustig slapen’ (Colijn); ‘Het zal nooit meer worden zoals vroeger’ (Den Uyl); en ‘Zo gaan we in dit land niet met elkaar om’ (Balkenende).

About this publication