Dateline USA: Permanent War

<--

President Obama spreekt vanavond de natie toe over het conflict in Libië. Het is te zeggen, op de National Defense University in Washington houdt hij een toespraak over dat onderwerp die zo getimed is dat hij aan de oostkust in primetime valt, zodat de televisiezenders hem kunnen meepikken. Dat dus in tegenstelling tot bijvoorbeeld Ronald Reagan destijds. Toen de VS Libië bombardeerde in 1986, sprak die het Amerikaanse volk dezelfde avond nog toe vanuit het Oval Office, de setting die doorgaans gebruikt wordt voor zulke zwaarwichtige aangelegenheden. Toen dat in 1999 gebeurde in Kosovo, deed Bill Clinton hetzelfde. De natie die ten strijde trok, dat was toen iets waar het leven, al was het maar heel eventjes, voor tot stilstand kwam. Maar Obama horen we dus pas na heel wat morren en aandringen, en half en stoemelings. Met reden, natuurlijk. Hij zwijgt en minimaliseert zo veel mogelijk, want hij weet ook wel dat er geen eer te rapen valt met de zoveelste militaire interventie.

Dit mag vooral geen oorlog heten. ‘Kinetische militaire actie’ noemde een woordvoerder van het State Department het zelfs. Maar het is natuurlijk wel oorlog. Hoe noem je anders een grootscheepse actie waarbij de VS meer dan honderd kruisraketten afschiet en niet alleen het luchtafweergeschut, maar ook de grondtroepen van Kadhafi aangevallen worden? Herinner u de beelden van de Snelweg des Doods tussen Koeweit City en Basra, waar terugtrekkende Iraakse troepen tijdens de Eerste Golfoorlog in 1991 massaal afgemaakt werden. Honderden aan flarden geschoten voertuigen, waar nog nasmeulende lijken uit hingen van vijandelijke soldaten die ook iemands kind waren. Dat is wat aan de gang is in Libië. En dat het in dit geval nodig is, verandert niets aan het feit dat het een mensonterende stand van zaken is.

Feit is: we registeren het nog nauwelijks. Amerika is permanent in oorlog. Dit land voert al non-stop oorlog sinds 9/11. Dat is dit jaar – het gaat sneller dan je denkt – tien jaar geleden. En ja, dat went. Op de Amerikaanse luchthavens zie je constant militairen. Sommigen van hen zijn er voor de veiligheid. Dat op zich betekent al wat. Geüniformeerde, gewapende soldaten die civiele installaties beschermen – er was een tijd dat je dat eerder associeerde met het Chili van Pinochet dan met de Verenigde Staten van Amerika.

Anderen vliegen af en aan van hun tours of duty in Irak en Afghanistan. Vroeger baarde dat opzien. In de eerste jaren na 9/11 kon geen militair rustig een hamburger zitten eten, of de ene na de andere kwam hem de hand drukken en hem bedanken voor zijn dienst. Dat zie je nu nog maar zelden. De veteranen – velen zijn aan hun derde of vierde tour toe – zijn een deel van het meubilair geworden. Mensen bewijzen lippendienst, beamen dat alle soldaten helden zijn en gaan verder met shoppen.

Die gewenning is pervers. Je moet jezelf maar eens afvragen wat die soldaten allemaal meegemaakt hebben, hoeveel honderdduizenden doden er sinds 9/11 zijn gevallen bij de Amerikaanse conflicten, hoeveel duizenden jongemannen en vrouwen verminkt zijn thuisgekomen en hoeveel duizenden miljarden dollars dat allemaal kost.

En Obama? Hij zit hopeloos vast in het kluwen. George W. Bush, zijn neoconservatieve adviseurs en de topmilitairen spraken over The Long War, een decennialange oorlog tussen het Westen en allerlei islamitische vijanden langs de zogenaamde Arc of Instability, een gebied dat zich ruwweg uitstrekt van de Hoorn van Afrika tot Zuidoost-Azië. Irak en Afghanistan zijn daar slechts de eerste veldslagen in. Het Pentagon plant al jaren op basis van die lange oorlog.

Graag of niet, Obama kan er niet onderuit. In Irak, waar nog tienduizenden Amerikaanse militairen zitten, is het spel nog niet uit. Wanneer het vechten ophoudt in Afghanistan, weet niemand. Obama wilde het Amerikaanse engagement daar afbouwen, maar werd door de militairen vakkundig afgeblokt. Vandaag is er Libië. Je moet geen fantast zijn om nieuwe conflicten te zien aankomen in Iran en Pakistan, en in andere Arabische landen, waar er geen garanties bestaan over de goeie afloop van de omwenteling van de laatste maanden. Misschien is het dus maar beter dat je gaat shoppen en er niet te veel over nadenkt. Ophouden doet dit toch niet. Je zou het voor minder zwart gaan inzien.

About this publication