Na een bezoek aan de Verenigde Staten in 2009 was mijn indruk over de positie van de naar schatting drie miljoen moslims in dat land gematigd positief. Terug in Amerika lijkt het erop dat ik die indruk moet bijstellen, niet vanwege de koranverbranding door de dwaze dominee Terry Jones in Florida, maar door de sterke politisering van de angst voor de islam.
Om de Amerikaanse politiek dezer dagen te begrijpen, kan het motto ‘It’s the fear, stupid’ een handje helpen, schreef onlangs de journalist Roger Cohen in zijn column in de New York Times.
In 1992 voerde Bill Clinton een succesvolle campagne tegen de zittende president Bush senior onder het motto ‘Het is de economie, sufferd’. Zou bij de volgende presidentsverkiezingen over anderhalf jaar de islamofobie een beslissende rol kunnen spelen? In dat geval zal Europa, dat al direct na 9/11 met het verschijnsel kreeg te kampen, de uitkomst met ingehouden adem afwachten.
De aanleiding voor Cohens waarneming was het besluit van de staat Oklahoma een shariaverbod in te voeren. Een federale rechter heeft dat besluit weliswaar opgeschort wegens strijdigheid met het grondrecht van godsdienstvrijheid, maar van betekenis is het politieke feit op zich en de steun die het verwierf. Zeventig procent van de bevolking van de conservatieve, overwegend republikeinse, staat in de bijbelgordel stemde met het verbod in. De reden daarvoor was niet dat een rechter in een vonnis de sharia had aangeroepen of dat een lid van de kleine islamitische minderheid in Oklahoma, minder dan één procent van de bevolking, een voorstel in die richting had gedaan. De reden was voorzorg: wat niet is, kan nog komen en we moeten om onze kinderen en kleinkinderen denken. Of in de woorden van de republikeinse afgevaardigde van de staat Rex Duncan: ‘Het was een preventieve aanval’ – de term waarmee president Bush jr. in 2003 het karakter van de Amerikaans/Britse aanval op Irak omschreef.
De islamofobie in Oklahoma staat niet op zichzelf. Meer dan tien staten overwegen het spoor van deze staat in het hart van de bijbelgordel te volgen en de sharia bij voorbaat in de ban te doen, zoals in ons land ChristenUnie-senator Roel Kuiper dat onlangs voorstelde. Deze ontwikkeling sluit aan bij een opnieuw opkomend conservatief-christelijk tij, dat wil afrekenen met de liberale erfenissen uit de jaren zestig en zeventig. De krant USA Today meldde deze week dat in dertig staten waar republikeinen de overhand hebben pogingen worden ondernomen de liberale abortuswetgeving ten minste gedeeltelijk terug te draaien.
Met de verkiezing van de pluralist Obama in 2008 leek de religieus-rechtse beweging over haar hoogtepunt heen, maar zij doet zich de laatste tijd weer gelden, zij het in uiteenlopende vormen met als extremen het alarmistische patriottisme van Brigit Gabriel en Pamela Geller, een politieke vriendin van Geert Wilders. Van een aaneengesloten politiek blok is geen sprake. Maar wat niet is, kan nog komen. Republikeinse politici ontdekken de islamofobie als vehikel van machtsvorming, vermoedelijk ook door het succes van anti-islamitische bewegingen in Europa, zoals de PVV van Wilders in Nederland.
Volgens kenners van het zeer dynamische religieuze en politieke leven in de Verenigde Staten blijft de islamofobie niet beperkt tot de bijbelgordel, maar steekt zij overal in Amerika de kop op, zelfs in het multi-etnische New York. Het fenomeen doet denken aan het McCarthyisme in de jaren vijftig, de heksenjacht van senator Joseph McCarthyisme op communisten, die talloze onschuldige burgers hun naam en loopbaan kostte. De angst voor het communisme was zo groot (gemaakt) dat alleen al een verdachtmaking voldoende was om iemand maatschappelijk te breken. Gaat Amerika opnieuw zo’n zwarte bladzijde aan zijn geschiedenis toevoegen? Terry Jones mag een dwaas zijn, hij is niet de enige die van dik hout planken zaagt.
Brigit Gabriel, een immigrante van Libanese afkomst, voert actie tegen de islam onder het motto ‘Act! for America’. De kern van haar boodschap is dat de samenleving op alle niveaus, tot de FBI, de CIA en het departement van buitenlandse zaken aan toe, is geïnfiltreerd door radicalen die de Verenigde Staten kwaad willen doen. Ze worden volgens haar geradicaliseerd in moskeeën binnen de grenzen van Amerika. Wie denkt dat Gabriel niet serieus wordt genomen, omdat ze spoken zou zien, vergist zich. Nogal wat Amerikanen zijn er zelfs van overtuigd dat president Obama heimelijk een moslim is.
De (vermeende) radicalisering van moslims in de Verenigde Staten bereikte vorige maand Capitol Hill als het onderwerp van een hoorzitting van een commissie van het Huis van afgevaardigden onder leiding van de republikein Peter King. Dezelfde King verscheen gisteren op een hoorzitting van een senaatscommissie van de staat New York, gewijd aan de vraag of de stad, tien jaar na 9/11, is voorbereid op nieuwe bedreigingen. Tot die bedreigingen wordt, naast aanvallen met massavernietigingswapens en wapens die alle electronica lamleggen, de cultuur van de jihad en de sharia gerekend.
Voor zover er reden is niet direct aan McCarthyachtige scenario’s te denken, is het dat beide hoorzittingen krachtig verzet hebben opgeroepen van politici en organisaties van burgers die bezorgd zijn over wat zij beschouwen als ‘demonisering van de moslims’. Zij maakten deze week op de trappen van het stadhuis van New York ernstig bezwaar tegen de kwalificatie van de islam als veiligheidsrisico en tegen de eenzijdige selectie van getuigen. De uitkomst van de krachtmeting is zowel voor Amerika zelf als voor Europa van grote betekenis.
Leave a Reply
You must be logged in to post a comment.