The Summary Execution of Osama bin Laden

Edited by Mark DeLucas

<--

Weinigen zullen betwisten dat de wereld beter af is zonder Bin Laden. Ook PATRICK LOOBUYCK zal hem niet missen, maar hij vraagt zich wel of dat zomaar mag: een terrorist doodschieten, zonder proces, om ervan af te zijn.

Osama bin Laden is dood. The face of terror is vakkundig omgebracht door een kogel in het hoofd nadat een team van Amerikaanse special forces zijn verblijfplaats in het Pakistaanse Abbottabad was binnengedrongen. Vreugdekreten stijgen op vanuit verschillende plaatsen in de wereld, in het bijzonder vanuit de VS. Begrijpelijk. De gebeurtenis wordt beschouwd en gevierd als een belangrijke prestatie in het kader van de strijd tegen (moslim)terrorisme. Deze strijd is nog niet voorbij maar de dood van Bin Laden is een teken dat het recht zal zegevieren, zo laat de voormalige Amerikaanse president Bush weten. En velen zullen het met Obama eens zijn: Justice has been done, gerechtigheid is geschied.

De enige dissidente geluiden kwamen uit Pakistan. De bijzondere militaire actie zou immers gebeurd zijn zonder medeweten of instemming van de Pakistaanse autoriteiten. Sommigen duiden de onverwachte militaire operatie door Amerikanen op Pakistaans grondgebied daarom als een aantasting van de nationale soevereiniteit van Pakistan. Anderen grijpen het voorval aan om het dubbelzinnig en te weinig performant Pakistaans overheidsbeleid met de vinger te wijzen. Waarom moest Bin Laden, zonder enig medeweten, door Amerikanen gedood worden als de Pakistaanse Militaire Academie van Kakul vlakbij Abbottabad gelegen is? Obama countert deze vraag door aan te geven dat Bin Laden ook de oorlog had verklaard aan Pakistan en Pakistaanse burgers heeft gedood. Obama dankt Pakistan voor de hulp die het leverde in de strijd tegen terrorisme en haast zich te zeggen dat de Pakistaanse president Asif Ali Zardari het met hem eens is dat het een ‘goede en historische dag was voor beide naties’.

De uitspraak dat het recht heeft gezegevierd kan ook vanuit het perspectief van de mensenrechten genuanceerd worden. Het gaat hier immers om een standrechtelijke executie, waarbij trouwens ook nog enkele andere mensen zijn omgekomen. Bin Laden en enkele van zijn trawanten hebben met andere woorden de doodstraf gekregen zonder enige vorm van proces. De omstandigheden hebben verhinderd dat het recht zijn werk heeft kunnen doen. Criminelen van allerlei slag hebben het recht op een fair proces en recht impliceert volgens velen ook dat veroordeelden het recht op leven niet ontnomen wordt. De doodstraf staat haaks op de Europese mensenrechten benadering, de standrechtelijke executie al helemaal. Dit is de reden waarom we mensen die verdacht worden van genocide, misdaden tegen de menselijkheid en oorlogsmisdaden niet zomaar opknopen of openbaar verbranden, maar voor het internationaal strafhof in Den Haag dagen.

Gij zult niet doden

Over de vraag of je mensen zomaar mag doden om een hoger doel te bereiken is in de geschiedenis van de moraalfilosofie en het recht al heel wat inkt gevloeid. Voor wie de joods-christelijke plichtenmoraal aanhangt, is het duidelijk: Gij zult niet doden is het zesde van de tien geboden. Actief doden is altijd moreel slecht: geen euthanasie en geen abortus dus, maar zeker ook geen (standrechtelijke) doodstraf. Ook aanhangers van de moraalfilosofie van Immanuel Kant (1724-1804) zullen de moord op Bin Laden afkeuren. Volgens Kant mogen we alleen handelen ‘volgens een regel waarvan je tegelijk kunt willen dat die een algemene wet wordt’. De Kantiaanse plichtenmoraal is met andere woorden gebaseerd op de categorische imperatief dat we alleen volgens universaliseerbare regels mogen handelen. Er zijn daarom deontologische regels die absoluut gelden, ook al zou het overtreden van die regel goede gevolgen kennen. Dus geen leugentjes om bestwil, want we kunnen onmogelijk willen dat liegen een universele wet wordt; geen Robin Hoods die stelen voor de armen, want we kunnen onmogelijk willen dat stelen een algemene wet wordt. Omdat ook doden onmogelijk als een algemene wet kan functioneren, moet deze regel absoluut gehandhaafd worden, wat ook de gevolgen daarvan mogen zijn.

Nonsens op stelten

Wie mogelijk wel goedkeurend zal terugblikken op het tafereel in Abbottabad zijn zij die denken in de traditie van het consequentialisme. Handelingen worden hier niet geëvalueerd op basis van absoluut geldende plichten, maar op basis van hun gevolgen. De vader van een invloedrijke school binnen dit consequentialisme is Jeremy Bentham (1748-1832). In zijn An Introduction to the Principles of Morals and Legislation argumenteert hij dat morele en juridische regels niet onveranderlijk en in de natuur gegeven zijn. Als we op zoek zijn naar regels, moeten we ons niet laten leiden door absolute plichten, maar door de vraag wat bijdraagt aan het grootste geluk van het grootst aantal mensen. Het gevaar van elke consequentialistische moraal is echter dat individuele grondrechten tussen haakjes gezet worden om een ‘hoger’ geluksdoel te bereiken. Niet toevallig noemt Bentham rechten nonsense upon stilts. De consequentialist wordt dan ook vaak geconfronteerd met het zogenaamde sheriff-probleem. Wanneer het in een dorp erg onrustig is, mag de sherrif een willekeurige burger oppakken en publiekelijk ombrengen om op die manier de rust en veiligheid van iedereen te herstellen. Elke lesgever gebruikt deze tactiek wel eens: lukraak iemand uit het auditorium sturen met als doel iedereen weer bij de les te krijgen.

De vraag is of dit mechanisme ook van toepassing mag zijn in meer fundamentele kwesties, in het bijzonder waarin het gaat over leven en dood. Er is een grote consensus onder juristen en moraalfilosofen dat elk consequentialistisch denken deontologisch begrensd moet worden. Dat we ons doen en laten in belangrijke mate laten leiden door de verwachte gevolgen van ons handelen is redelijk en vaak efficiënt. Het kan echter geen algemene leidraad vormen voor moreel, politiek en juridisch handelen. Dit handelen moet immers steeds in overeenstemming te brengen zijn met een aantal grondrechten die gerespecteerd moeten worden, wat ook de gevolgen zijn… Ook al draagt de dood van Osama bin Laden en enkele van zijn medewerkers bij tot het geluk van velen, ook al is het onmiskenbaar een belangrijke symbooldaad in de legitieme strijd tegen terrorisme, het recht heeft hier (noodgedwongen?) gefaald.

About this publication