Het interview met Oprah was nog maar de openingszet van een langdurige campagne die Armstrong terug moet voeren naar de top van zijn apenrots, denkt psychiater Bram Bakker.
Wijlen mijn oma had niet lang hoeven kijken naar het interview van Oprah met Lance Armstrong. Ze zou gezegd hebben: ‘Als je zo’n man een vinger geeft, pakt-ie je hele hand.’ De meeste mensen die een of beide delen van dit mediaspektakel zagen zijn het daar vermoedelijk wel mee eens. Het was een strak geregisseerd en keurig uitgevoerd toneelstuk, waarbij helaas geen van beide gesprekspartners ook maar een enkele keer uit zijn rol viel. Wat zou het leuk geweest zijn als Oprah er had uitgeflapt: ‘Maar eigenlijk ben je toch gewoon een enorme arrogante man?’ of dat Armstrong halverwege had gedacht: ‘Ik lap al die juridische adviezen gewoon aan mijn laars. Ik ga eens helemaal zeggen hoe het precies in elkaar stak, dan heb ik in ieder geval geen last meer van mijn geweten.’
Geweten
Maar dat gebeurde dus niet, vooral vanwege te grote zakelijke belangen aan beide kanten. En omdat Lance niet zo’n groot geweten heeft, natuurlijk. De journalisten namen in hun recensies de plaats in van de psychiater bij het publiekelijk diagnosticeren. ‘Narcist’ en ‘psychopaat’ waren de meest gebruikte kwalificaties, en voor beide geldt dat behoorlijke gewetensfuncties er geen deel van uitmaken. De belangrijkste tegenwerping bij ieder psychiatrisch etiket dat in aanmerking komt voor de man, die sinds kort de beroemdste dopingzondaar uit de geschiedenis van het wielrennen genoemd mag worden, is dat hij zelf nergens last van lijkt te hebben. Bij een psychische stoornis geldt als algemeen criterium dat de kwaal lijden met zich mee moet brengen. En als Lance Armstrong nu iets niet uitstraalt, dan is het dat hij lijdt.
Met nauw verholen irritatie vroeg hij zich af waarom hij op zijn vijftigste niet met 40.000 anderen de marathon van Chicago zou mogen lopen, terwijl de andere dopingzondaars in zijn sport wegkomen met een half jaar schorsing. Als je daar over nadenkt, is dat inderdaad vreemd, en dat is precies waar Lance naar toe wil: hij deed wat iedereen deed, is dat nu zo bijzonder?
Mensen die zich al eerder in Armstrong hebben verdiept weten dat de man in alles wat hij doet de beste wil zijn. Zijn gedrevenheid en perfectionisme waren altijd ongeƫvenaard, en dat hij als epo-gebruiker net zo te werk ging mag eigenlijk geen verbazing wekken. Hoe we dat moeten duiden is hoe dan ook giswerk. Zijn moeilijke jeugd zal er heus wel iets mee te maken hebben gehad, en zijn ziektegeschiedenis zal eveneens van invloed zijn.
Apenrots
Toch zou ik het liefst aan een in apen gespecialiseerde bioloog als Frans de Waal vragen hoe hij naar Armstrong kijkt. Het beeld dat ik van de man heb is dat van een gorilla die ten koste van alles bovenop de apenrots wil zitten. Ook nog nadat hij er vanaf is gegooid.
In 2006 rende ik een tijdje naast, of eigenlijk net achter Armstrong in de New York City marathon. ‘Er is niet enkel sprake van een grote aantrekkingskracht, maar ook van bovengemiddelde kwaliteiten mensen af te stoten’, schreef ik toen. In 2013 is dat niet anders. De mensen die zich storen aan Armstrong, en alle aandacht die hij krijgt, zullen de komende jaren in het niet vallen bij de mensen die toch bewondering voor de man koesteren. Het interview met Oprah was nog maar de openingszet van een langdurige campagne die hem terug moet voeren naar de top van zijn apenrots. Wees niet verbaasd als hij zich binnenkort demonstratief bekeert tot het christendom, of zich kandidaat stelt om gouverneur van Texas te worden.
‘Winnen is niet het belangrijkste voor Lance Armstrong, het is het enige…’ Een roemrucht spreekwoord uit de Amerikaanse geschiedenis, het land waar al eerder een B-acteur en een ex-alcoholist het tot president schopten.
Leave a Reply
You must be logged in to post a comment.