Open Discussion of State Secrets, Please

<--

Wie bepaalt de grenzen van het veiligheidsbeleid? Wat moet geheim blijven en welke informatie mag openbaar gemaakt worden? Hoe kunnen we misbruik voorkomen? Zowel Edward Snowden in de Verenigde Staten als Ruud Lubbers en Dries van Agt in Nederland zouden mogelijk staatsgeheimen openbaar hebben gemaakt. Snowden over de afluisterdienst NSA en Lubbers en Van Agt over de opslag van kernwapens op de vliegbasis van Volkel.

Amerikanen willen maximale veiligheid én absolute vrijheid.

Het is broodnodig dat we over dergelijke geheime praktijken vaker met elkaar discussiëren, vooral in de volksvertegenwoordiging.

Amerikanen hinken op twee gedachten als het gaat om veiligheid en vrijheid. Aan de ene kant willen ze dat hun overheid alles in het werk stelt om hun veiligheid te garanderen. De Eerste Wereldoorlog ontketende een hysterische jacht op Duitse spionnen, die zich overal in het land zouden verbergen. En ook de Tweede Wereldoorlog bracht een hetze op gang tegen Japanse Amerikanen, die uit voorzorg in interneringskampen werden opgesloten. Ook werden etnische ‘onruststokers’, zoals Martin Luther King, door de veiligheidsdienst gevolgd. De Koude Oorlog was een hoogtepunt, toen de overheid uit vrees voor de Sovjet-Unie alle communisten en andere ‘on-Amerikaanse’ activiteiten in de gaten hield.

En vanaf 9/11 investeerde de veiligheidsdienst sterk in de opsporingstechnieken om zo andere terreuraanvallen te voorkomen. De meeste Amerikanen accepteren dit en vinden het geen probleem dat hun veiligheidsdienst zoveel buitenlanders in de gaten houdt.

Internetactivisten

Maar er is ook een ander Amerika, waar de libertaire traditie en het wantrouwen tegen de overheid krachtig aanwezig is. Vrijheid moet volgens deze Amerikanen zo absoluut mogelijk zijn. Deze stroming manifesteert zich in progressieve organisaties als de American Civil Liberties Union maar ook onder conservatieven zoals de senator Rand Paul, die het verzamelen van data ziet als schending van de grondwet.

Nog opvallender is dat vooral de jongere generatie zich laat beïnvloeden door de libertaire neigingen van internetactivisten. Volgens het tijdschrift Time vinden Snowden en zijn geestverwanten dat alle informatie openbaar moet zijn en geheimen niet meer mogen bestaan. Van alle Amerikanen vindt een meerderheid dat Snowden vervolgd moet worden, maar onder jongeren is dit slechts een derde.

Wie heeft gelijk? Zelf denk ik dat het geen probleem hoeft te zijn als de overheid informatie opslaat. Als de rechter er maar eerst aan te pas komt en als de overheid doelgericht zoekt – wat nu het geval lijkt te zijn.

Digitale sporen

Toch ligt mijn sympathie bij deze klokkenluiders in Amerika en Nederland. Wij zijn ons er te weinig van bewust welke informatie wordt verzameld en wat daarmee wordt gedaan. Is de overheid te ver gegaan? Wat zijn de risico’s? En ook de opslag van kernwapens in Nederland lijkt wel een publieke zaak. Het is de hoogste tijd dat we daarover met elkaar het debat aangaan. Meer openlijke discussie over dergelijke staatsgeheimen is van groot belang, zowel in de Verenigde Staten als in Nederland.

En de tijd is er rijp voor. Obama heeft zelf gezegd dat we de oorlog achter ons moeten laten, maar het is niet duidelijk hoe dit zich verhoudt tot zijn onvoorwaardelijke steun aan de omvang van de Amerikaanse veiligheidsdienst.

We hebben een openlijke discussie in het land en de volksvertegenwoordiging nodig om goede keuzes te maken, juist omdat de voorstanders van grotere openheid en vrijheid het niet zullen winnen. De macht van mensen om ons te controleren zal altijd groter zijn dan onze macht om aan die controle te ontsnappen.

Zoals columnist van de New York Times Ross Douthat zegt, leven wij in een wereld waar wij zoveel digitale sporen achterlaten, dat allerlei soorten machtige instituten – van de markt tot de overheid – ons kunnen manipuleren en schade doen. De meeste mensen hebben deze binnendringing zonder veel protest geaccepteerd. En misschien is er niets aan de hand; zelfs Snowden kon de NSA niet beschuldigen van specifiek misbruik. Maar directeuren van veiligheidsdiensten en politici moeten weten dat er grenzen zijn aan wat het publiek wil accepteren.

About this publication