Obama’s Plan To Do ‘Something’ Is Not Convincing

<--

‘Uit het ‘iets’ van Obama spreekt geen overtuiging’

Als de machtigste man van de wereld oorlogsmoe is, kan hij zich in Syrië beter gedeisd houden, betoogt historicus Dirk-Jan van Baar.

De geloofwaardigheid van Obama wordt ook niet groter door ‘iets’ te doen waarvan vooraf al niet duidelijk is waar het goed voor is

Amerika is oorlogsmoe. Dat zei Barack Obama, die ook oorlogsmoe is en nochtans militaire acties overweegt tegen Syrië, dat chemische wapens tegen eigen burgers heeft ingezet en daarmee ‘de rode lijn’ van Obama heeft overschreden. Hetzelfde zei minister van Buitenlandse Zaken John Kerry, die het bewijs tegen het bewind van Bashar al-Assad geleverd acht en het Amerikaanse volk verzekerde zelf ook oorlogsmoe te zijn. Wat niet wil zeggen dat Amerika geen verantwoordelijkheid heeft en de inzet van zulke wapens onbestraft mag blijven. Omdat daar ‘de rode lijn’ van Obama ligt. Amerika moet ‘iets’ gaan doen, omdat anders de geloofwaardigheid van de president in het geding komt.

Over wat dat ‘iets’ is, beraadt de president zich nog. Maar het zal geen oorlog worden, het zal niet lang duren, het is niet de bedoeling Assad te verwijderen, en er komen geen boots on the ground. Verder gaat de president goedkeuring aan het Congres vragen, terwijl dat niet nodig is en hij al heeft gezien hoe David Cameron, de beste bondgenoot van Amerika, die niet van het Britse Lagerhuis kreeg. Obama is gekozen om oorlogen te beëindigen en wil er zeker van zijn dat het Amerikaanse volk achter hem staat.

De VN zal hij niet meekrijgen, want die verkeren in staat van verlamming. Wat door de regering-Bush in 2002 al werd vastgesteld, maar die ging toen na heftige kritiek op haar ‘unilateralisme’ alsnog op zoek naar VN-steun voor actie tegen Irak. Je zou het bijna vergeten, maar dat leidde tot resolutie 1441, die unaniem werd aanvaard en zelfs de steun van Syrië kreeg. Het Syrië van Bashar al-Assad, dat vergeleken met Saddam altijd het mindere kwaad was en nu over massavernietigingswapens beschikt die Irak niet had. Als dat niet stinkt.

Morele kruisvaarders

Maar anders dan bij George Bush en Tony Blair, morele kruisvaarders bij wie je nooit twijfelde dat zij in Irak tot actie zouden overgaan, tast je bij het ‘ietsisme’ van Obama in het duister. Hij gaat ‘iets’ doen, omwille van zijn eigen geloofwaardigheid, maar gelooft daar zelf niet in. De president houdt gloedvolle betogen en gunt ons een blik in zijn afwegingen, maar van een politieke strategie hoe het met Syrië en het Midden-Oosten verder moet, is geen sprake. Obama wil daar buiten blijven en geen nieuwe oorlog gaan voeren, hoewel hij met een strafactie tegen Assad wel degelijk een oorlogsdaad overweegt. Hoe overtuigend is dat?

Het antwoord kwam van Vladimir Poetin, die de Amerikaanse aanname dat het regime van Bashar achter de gifgasaanval in Damascus zit ‘volkomen onzin’ vindt. Zó geloofwaardig is Obama. Niet dat we de waarheid uit Moskou mogen verwachten, en vader Assad heeft dertig jaar geleden bij het bombarderen van Hama laten zien nergens voor terug te deinzen. Maar Poetin stelt wel de logische vraag wat het belang is van Assad om zijn eigen burgers te vergassen, terwijl hij aan de winnende hand was en vanwege ‘de rode lijn van Obama’ alsnog een interventie van Amerika over zich heen kan krijgen. Onbegrijpelijk voor Rusland, waar een cynisch wereldbeeld regeert. De realpoliticus Poetin zal zich nog wel over meer hebben verbaasd. Zo zegde Obama een ontmoeting met Poetin af ondanks een beoogde ‘reset’ in de betrekkingen met Moskou en vond de westerse publieke opinie Russische homorechten vorige maand nog belangrijker dan het vergassen van Syrische kinderen.

Geen respect

Dat gebrek aan strategisch perspectief bij het Westen wreekt zich in Syrië, waar Poetin vasthoudt aan steun voor Assad, ook een cliënt (en marionet) van Iran. Dat land stond begin dit jaar nog op de nominatie voor een preventieve aanval. We horen er niets meer over, terwijl het gezigzag van Obama in Israël alleen nog horror wekt. Het moet gezegd: zijn buitenlands beleid is totaal mislukt. De uitgestoken hand naar de moslimwereld werd afgeslagen, de Europese bondgenoten voelen zich verwaarloosd, met Rusland is nu dringend een nieuwe ‘reset’ nodig, China wordt niet geraadpleegd in de VN, en de terugtocht uit Irak en Afghanistan heeft tot nieuwe aanslagen geleid. In de niet-westerse wereld bestaat nauwelijks nog respect voor Obama. Dat is een bittere teleurstelling voor de eerste postraciale president van Amerika, die alleen al door zijn charisma de wereld hoopte te veranderen. Van die magie is niks meer over. Geen wonder dat hij oorlogsmoe is.

Deels is dat de schuld van Bush, wiens oorlogen hij erfde en die zijn fellow Americans na 9/11 uit patriottische plicht tot shoppen opriep. Daar word je doodmoe van. Maar oorlogsmoe? Dat zou de moslimwereld moeten zijn, maar daar gaan ze door. Het probleem met Obama is dat bij hem alles in de omgekeerde volgorde gaat. Hij schreef een biografie toen hij nog geen president was, kreeg een Nobelprijs toen hij nog geen vrede had gebracht, en kondigde een surge voor Afghanistan aan met een agenda wanneer de troepen weer naar huis zouden gaan.

Het beste dat je van de aanpak voor Syrië kunt zeggen, is dat die helemaal Obama is. Nog voor de acties van start gaan, heeft hij al laten weten niet lang met bombarderen door te gaan. Maar het beste is nu wel van de profeet Obama af. Niemand gelooft nog dat het afschieten van kruisraketten Assad zal doen inbinden, laat staan de vrede nabij brengt in het Heilige Land. De geloofwaardigheid van Obama wordt ook niet groter door ‘iets’ te doen waarvan vooraf al niet duidelijk is waar het goed voor is.

Anti-Bush

Obama zit vast in zijn zelfgekozen rol als anti-Bush, terwijl hij voor vergelijkbare uitdagingen is komen te staan. Daardoor worstelt hij met zijn geloofwaardigheid bij elk conflict waarvan de buitenwacht vindt dat hij moet ingrijpen. Dus doet hij het stiekem (zoals in Pakistan), of hij doet alsof. Maar een Amerikaanse president die een voorkeur heeft voor leading from behind, loopt het risico zich door derden op sleeptouw te laten nemen en in een interventie verstrikt te raken die hijzelf niet wil.

Orde op zaken stellen in het Midden-Oosten vraagt van Amerika een strategie voor de lange termijn die het Westen (inclusief Israël) samenbrengt en uitgaat van een realistisch beeld van alle gifslangen die in de moslimwereld schuilgaan. Een Amerikaanse president is geloofwaardig zolang hij een heldere koers volgt en daaraan vasthoudt. Desnoods tegen beter weten in, zoals Bush in zijn laatste jaren, die zich niet druk maakte om zijn geloofwaardigheid en gewoon bleef doen wat hij nodig achtte. Obama kan zich daaraan spiegelen. Maar oorlogsmoe zijn en toch oorlogen voeren kan niet. Dat wordt een farce. Dan liever een uitgedoofde Barack Obama die zich gedeisd houdt en geen rode lijnen trekt. Ook in die toestand is hij president van Amerika, een machtig man waarmee de wereld nog drie jaar verder moet.

Dirk-Jan van Baar is historicus.

About this publication