Reality Is Impertinent Enough Not To Fit Obama’s Scenario

<--

‘De werkelijkheid is zo brutaal om niet in Obama’s scenario te passen’

Sinds Obama’s aantreden in 2008 heeft de wereld andere vormen aangenomen dan de Amerikaanse politicus destijds voor ogen had, schrijft buitenlandcommentator Paul Brill. Obama worstelt met Oekraïne en Rusland, Israël en de Palestijnen, de Syrische burgeroorlog. ‘De wereld laat zich niet blijmoedig modelleren en in vakjes opdelen.’

Een schouwspel om niet te vergeten: Barack Obama’s bezoek aan Berlijn in 2008. Het onvoorstelbare aantal van 200 duizend Berlijners vulde de brede allee tussen de Brandenburger Tor en de Siegessaüle en juichte de Amerikaanse presidentskandidaat hartstochtelijk toe. Het was een mooie dag en een verslaggever rapporteerde dat Obama op het podium over water leek te lopen. Zijn woorden werden door de menigte ingezogen als een verlossend medicijn. Hier stond het nieuwe Amerika – of in elk geval de anti-Bush.

De geestdrift was zo groot dat Obama’s medewerkers er zelfs een beetje nerveus van werden. Want de Amerikaanse kiezers willen er wel eens aanstoot aan nemen dat een politicus die in eigen land nog de ultieme electorale test moet ondergaan, in het buitenland al op het schild wordt gehesen.

Het kan verkeren. Ik moest aan Obama’s zegetocht in Berlijn terugdenken toen ik deze week een column van Leon Wieseltier las in The New Republic. Een zeer kritische column, die geen recht doet aan Obama’s verdiensten en de enorme last die hij op zijn schouders kreeg, maar waarop in de kern weinig valt af te dingen: zijn presidentschap is op een punt aangeland waar de Verenigde Staten er qua prestige in de wereld eigenlijk geen haar beter voorstaan dan toen George Bush in het Witte Huis zetelde. ‘Onze bondgenoten vertrouwen ons niet. Onze vijanden vrezen ons niet.’ En dat gebrek aan vertrouwen der bondgenoten komt minder door wat door de VS wordt misdaan (het afluisteren van bevriende regeringsleiders) dan wel door wat wordt nagelaten (het tonen van leiderschap en het stellen van duidelijke grenzen).

Werkelijkheid past niet in scenario

De titel van Wieseltiers column luidt: ‘Het ongerief van de geschiedenis’, en daarin schuilt een belangrijke verklaring voor Obama’s buitenlandse perikelen. Hij had zich de loop der dingen soepeler voorgesteld.

Cynischer gezegd: de werkelijkheid is zo brutaal om niet in zijn scenario te passen. Dat scenario had als startpunt de beëindiging van de militaire aanwezigheid in Irak en zou via een aantal stappen – herstart van de betrekkingen met Rusland, handreiking aan Iran, hernieuwde diplomatieke bemoeienis met het Israëlisch-Palestijnse vredesproces (of wat daarvoor doorgaat) – de ruimte scheppen om de Amerikaanse strategische positie in Oost-Azië te versterken (pivot to Asia), terwijl elders in de wereld kan worden volstaan met een bescheidener rol (leading from behind). En dat alles natuurlijk ook om in eigen land de economie een nieuwe impuls te geven en een aantal dringend gewenste hervormingen door te voeren.

Maar helaas, de wereld laat zich niet blijmoedig modelleren en in vakjes opdelen. Israël en de Palestijnen blijken eens te meer buitengewoon recalcitrante gespreksgenoten. Prachtige toespraken hebben er niet toe geleid dat de islamitische wereld gunstiger over de VS is gaan denken. Vladimir Poetin volgt een agenda die zich zeer moeilijk laat verenigen met de constructieve relatie die Obama voor ogen stond. Leading from behind kan een mooi devies zijn, maar dan moeten er wel anderen plaatsnemen in de frontlinie, en daar schort het aan. Ook in politieke zin, zie de Duitse ambivalentie inzake Oekraïne.

Poetin verder negeren

Obama heeft de neiging om zulke onwelgevalligheden tussen haakjes te plaatsen. In een analyse meldde The New York Times dat de president tot de slotsom is gekomen dat een goede verstandhouding met Poetin er niet meer in zit en dat hij de resterende tijd van zijn presidentschap zal proberen ‘de ontwrichting die de Russische leider kan veroorzaken zo klein mogelijk te houden, van de marginale samenwerking te redden wat er te redden valt en hem verder te negeren’.

Maar hoe kun je als mondiale mogendheid iemand negeren die zijn macht zo zeer tot gelding brengt en de hele Europese ordening op losse schroeven dreigt te zetten? Hoe kun je daarvan een apart compartiment in de buitenlandse politiek maken?

Obama brengt momenteel bezoeken aan Japan, Zuid-Korea, Maleisië en de Filippijnen. Het mag niet met zoveel woorden worden gezegd, maar de rondreis is natuurlijk bedoeld als signaal aan China, namelijk dat de veiligheid en territoriale onschendbaarheid van deze landen, die allemaal conflicten met Beijing hebben, ook een Amerikaans belang zijn. Een nuttig signaal. Maar de betreffende landen zullen ongetwijfeld met argusogen volgen hoe Washington het conflict rond Oekraïne verder aanpakt. Is er een rode lijn en is die rode lijn meer waard dan die in Syrië? Het antwoord daarop zal maatgevend zijn voor het vertrouwen dat ze stellen in de Amerikaanse veiligheidsgaranties aan hun adres.

About this publication