It’s All George W. Bush’s Fault

<--

Allemaal de schuld van George W. Bush

Had Obama – en met hem heel Amerika – gehoopt van Irak af te zijn, meldt het gevallen paradijs aan de Eufraat en de Tigris zich gewoon weer met heel slecht nieuws. ‘Mensen, dit is het tijdperk van de Islamitische staat’, verkondigt Isis en op video’s laat de organisatie zien wat dat betekent: midden in de nacht kloppen mannen op de deur bij een politie-officier in de provincie Salaheddin, en als hij opendoet, doen ze hem handboeien om en leiden ze hem naar zijn slaapkamer, waar ze hem onthoofden.

Dit is het gezicht van de strijd tussen soennieten en sjiieten zoals die ook woedde in de jaren 2006/2007, toen milities elkaar in Bagdad te lijf gingen met kettingzagen. Daarbij blijft het niet; dezelfde strijd woedt in Syrië, aangeblazen door Saoedi-Arabië en Iran, de grote kemphanen in het gevecht om de hegemonie in de islamitische wereld.

Welkom in het nieuwe Midden-Oosten dat George W. Bush voor zich zag toen hij in 2003 Irak binnenviel. Zijn vredesvisioen reikte zelfs tot aan Israël en Palestina: “De weg naar Jeruzalem loopt via Bagdad.” En wat heeft die weg gebracht? Niets dan ellende.

Ontmanteling van de staat

“Moeten we ons elke keer dat een deel van Irak gedestabiliseerd raakt, laten parachuteren om de zaak op te lossen?”, zuchtte Democratische Afgevaardigde Gerry Connolly. “Het was niet Obama die deze puinhoop creëerde. Het was George Bush.” Ik denk dat lokale leiders ook hun aandeel hadden, maar het is waar dat de aanpak van Bush aan de basis ligt van de huidige toestand. Niet eens zozeer vanwege de inval zelf, maar vanwege het vervolg: de ontmanteling van de Iraakse staat. Door het soennitische overheidsapparaat – dat Saddams apparaat was – simpelweg op te doeken, ontketenden de Amerikanen een machtsstrijd die nog steeds gaande is.

Maar anders dan Connolly kan Obama zich er niet van af maken door naar Bush te wijzen. De president moet handelen, of althans keuzes maken: niet handelen is ook een keuze. Grondtroepen sturen, heeft hij al uitgesloten. Luchtsteun voor het Iraakse leger is een optie, maar Obama zal alles willen doen om te voorkomen dat de VS een nieuwe oorlog worden binnengezogen. ‘Don’t do stupid things’, luidt zijn zelfgekozen leidraad.

Legitimiteit

Als president die twee ongelukkige oorlogen erfde van zijn voorganger, heeft Obama weinig animo voor grootschalige militaire operaties. Over de vraag of dat in alle gevallen gunstig is, kan getwist worden, maar het is evident dat de Amerikanen in Irak zoveel krediet hebben verloren dat ze er maar beter kunnen wegblijven. Alleen onder strikte voorwaarden kan succesvol worden opgetreden tegen opstandelingen, concludeert Max Boot in ‘Invisible Armies’, zijn boek over de geschiedenis van de guerrilla-oorlogsvoering. Een van de voorwaarden: legitimiteit in de ogen van de bevolking. Overbodig te zeggen dat de Amerikanen die in Irak volledig missen. En tragisch dat voor de Iraakse premier Maliki hetzelfde geldt.

Onder zijn sjiitische landgenoten heeft Maliki wel draagvlak, zo bleek weer bij de verkiezingen van afgelopen april, maar hij is het type machthebber dat het mandaat van een meerderheid beschouwt als excuus voor het onderdrukken van een minderheid – in dit geval de soennieten. Zolang dat niet verandert, kan Isis zich met succes opwerpen als hun beschermheer.

Dat gegeven moet Maliki door de VS en de rest van de wereld heel krachtig onder de neus worden gewreven.

Als het niet al te laat is.

About this publication