Confederate Flag: Racist or Symbol of Freedom?

<--

Confederate flag: racistisch, of symbool van de vrijheid?

Amerika is in de ban van ‘confederate flag’, de strijdvlag van het racistische Zuiden tijdens de Amerikaanse burgeroorlog, die tegenwoordig dienst doet als ‘white supremacist’-symbool. Is de vlag racistisch, of juist symbool voor heldhaftige soldaten? Een greep uit de bijdragen aan de Amerikaanse discussie.

Door: Pieter Hotse Smit

Dat de ‘confederate flag’ zich niet houdt aan de doorgaans scherpe politieke Republikeins-Democratische-scheidslijn, weten John McCain en Mitt Romney al wat langer. In hun pogingen president van Amerika te worden in 2000 en 2008 namen ze afstand van de ‘racistische vlag’. Het kwam ze op haatcampagnes te staan van de Amerikaanse vereniging voor het behoud van cultureel erfgoed. ‘Het zuiden wil McCain niet,’ was daarna geregeld te lezen op spandoeken als zijn campagneteam het zuiden van de VS aandeed.

President van Amerika werden Republikeinen McCain en Romney niet. George W. Bush wel. Hij voorkwam problemen door in 2000 te zeggen dat iedere staat zelf moet weten welke vlag ze hijsen, schrijft The Washington Post. Jeb Bush hield het zaterdag ook vaag toen hij zei er vertrouwen in te hebben dat South Carolina ‘het juiste zal doen’.

Het past in het beeld dat hoogleraar politicologie Scott Buchanan vorig jaar schetste in The State, een krant uit South Carolina: ‘De vlag aanraken betekent meestal politieke zelfmoord’. Romney, als zakenman niet afhankelijk van de politiek, blijft bij zijn standpunt en twitterde zaterdag: ‘Haal de confederate flag bij het South Carolina staatsgebouw naar beneden. Voor velen is het een symbool van raciale haat. Verwijder hem om de slachtoffers van Charleston te eren.’

In 1962 werd de confederate flag bij het Capitol in Columbia, hoofdstad van South Carolina, opgehangen uit protest tegen het civil rights movement. Toen de vlag vorig week niet eens halfstok ging tijdens de herdenking van de schietpartij in Charleston, is Amerika als vanouds in twee kampen verdeeld. De vlag van de confederatie van zuidelijke staten stamt uit de Amerikaanse burgeroorlog (1861-1865). Voor velen is het een symbool van het racistische zuiden waar de slavernij in die tijd hoogtij vierde. Voorstanders verdedigen zich met het argument dat de confederate flag wordt misbruikt door racisten, maar vooral een symbool van het ideaal waar hun voorouders voor zijn gestorven.

Acteur en oud-politicus Ben Jones is zo iemand. ‘In het Zuiden vochten onze voorouders om wat ze in hun tijd dachten dat juist was’, schrijft hij in The New York Times. ‘Hun moed is legendarisch in de militaire geschiedenis. Dat is geen nostalgie, maar nalatenschap. De huidige aanval op die erfenis is een belediging en brengt ons niet dichter bij elkaar.’

Als Democraat zat Jones in het Huis van afgevaardigden namens de staat Georgia, maar hij vergaarde vooral bekendheid als acteur in de rol van ‘Cooter’, de automonteur uit de Amerikaanse jarentachtigserie The Dukes of Hazard. De serie speelt zich af in de zuidelijke staat Georgia. Dat is goed terug te zien op de oranje auto van de ‘Duke-boys’, die centraal staat in de serie. Op het dak staat een gigantische confederate flag geschilderd.

Nog altijd is de vlag niet uit het Amerikaanse straatbeeld verdwenen. Ook op bumperstickers, mouwen van jassen, t-shirts en riemgespen is die nog geregeld te zien en populair onder blanken die geloven in hun eigen superioriteit. Komiek John Oliver stelde in zijn programma Last Week Tonightvoor de vlag op die manier wel toe te staan, ‘om mensen te helpen de verschrikkelijkste mensen in de wereld te herkennen’.

Dylann Roof, de Charleston-schutter, is op internet niet alleen te zien met een confederate flag in zijn ene hand en een geweer in zijn andere, maar ook met een jas met racistische vlag van Rhodesië en een apartheidsvlag van Zuid-Afrika. David Remnick, hoofdreacteur van The New Yorker, vraagt zich om die reden af hoe het mogelijk is dat er mensen zijn die denken dat in Charleston geen sprake was van een ouderwetse lynchpartij tegen zwarte Amerikanen.

Roofs taalgebruik doet volgens Remnick denken aan dat van Benjamin Tillman, die aan het einde van de negentiende eeuw gouverneur was van South Carolina. Voordat Roof negen zwarte Amerikanen doodschoot riep hij: ‘Jullie verkrachten onze vrouwen en nemen ons land over.’ Remnick haalt Tillman aan, die meer dan honderd jaar geleden in de Senaat zei: ‘We hebben nooit geloofd dat een ‘negro’ gelijk is aan de witte man en we zullen hem niet zijn lusten laten botvieren op onze vrouwen en dochters zonder hem te lynchen.’

Roof herinnert Amerika eraan dat the Age of Obama allesbehalve het einde van racisme betekende, schrijft Remnick. Cynisch verwijst hij nogmaals naar het plein naast het regeringsgebouw van South Carolina. Waar niet alleen de confederate flag in top wappert, maar ook Tillman nog altijd op een voetstuk staat.

About this publication