Op de valreep van 2018 heeft de Amerikaanse president Trump de eerste grote overwinning van zijn termijn binnen: het belastingplan dat vrijdag door de Senaat is aangenomen. Dat moet nog worden samengevoegd met een soortgelijk plan van het Huis van Afgevaardigden, maar de hoofdlijnen staan. De meeste Amerikanen gaan minder belasting betalen, maar met een zwaar accent op de allerrijksten. Die zouden 62 procent van al het voordeel krijgen. De vennootschapsbelasting gaat van 35 procent naar 20 procent.
Er zijn veel vragen te stellen bij het plan. De manier waarop het op vrijdag in grote haast door de Senaat werd geperst, werpt een bedenkelijk licht op de huidige staat van de belangrijkste democratie van de wereld, waar een ingewikkeld complex van procedures, zogenoemde checks and balances en regels de integriteit van het politieke systeem juist moet bewaken.
Dat onder het plan ook andere maatregelen schuilgaan, zoals in dit geval het deels afbreken van president Obama’s ziektekostenwet of het boren naar olie in Alaska, is voor tegenstanders daarvan wellicht onverteerbaar, maar is van alle tijden. Bijzonder aan het belastingplan is de herverdeling die het in de hand werkt. In de Verenigde Staten, waar de maatschappelijke ongelijkheid toch al toeneemt, is dit plan een volgende stap.
De openbare verdediging van de lastenverlichting rust voornamelijk op de positieve effecten die het zou hebben op de economie. Die zijn kwestieus. De bestedingseffecten zijn veel sterker als juist lagere inkomens en middengroepen worden bevoordeeld.
Dat de lastenverlichting voor het bedrijfsleven gunstig is voor de werkgelegenheid mag eveneens worden betwijfeld. Het kan er weliswaar toe leiden dat een deel van de honderden miljarden die door ondernemingen om fiscale redenen buiten de VS zijn ondergebracht, zullen terugkeren. Maar of dat geld vervolgens wordt geïnvesteerd en werkgelegenheid oplevert, is zeer de vraag. De kans lijkt groter dat ondernemingen het geld aan hun beleggers zullen doen toekomen, via extra dividenden of de inkoop van eigen aandelen. Dat Wall Street zo gunstig reageert op het plan heeft daar eerder mee te maken dan met betere vooruitzichten voor de Amerikaanse economie zelf.
Minister Mnuchin van Financiën heeft tot dusverre geen berekening kunnen of willen presenteren van de economische effecten, die volgens hem zo positief zijn dat de belastingverlaging zichzelf, door middel van hogere economische groei, vanzelf terugbetaalt. Het Joint Committee on Taxation van het Congres komt op een cumulatieve extra economische groei van 0,8 procent over tien jaar.
Die tegenvallende extra groei zorgt ervoor dat de nettokosten van het plan zo hoog zijn: iets meer dan 1.000 miljard dollar in 2027. Opgeteld bij een toch al oplopende staatsschuld resulteert het in een penibele situatie voor de Amerikaanse overheidsfinanciën. De roep om bezuinigingen, vooral op sociale programma’s klinkt reeds.
Voor de buitenwereld, zeker ook Europa, ontstond in 2017 al het beeld van een Amerikaanse overheid die zichzelf onder Trump langzaam lijkt op te eten. Politiek, moreel, maatschappelijk én financieel. Het belastingplan zet daar een extra stap in. Dat mag voor sommigen misschien een nastrevenswaardig Masterplan zijn, voor de bondgenoten van de Verenigde Staten is het niets minder dan verontrustend.
In het Commentaar geeft NRC zijn mening over belangrijke nieuwsfeiten. De commentatoren schrijven deze artikelen in samenspraak met de hoofdredactie.
Leave a Reply
You must be logged in to post a comment.