You Do Not Negotiate with North Korea

<--

Met Noord-Korea onderhandel je niet

Een ontmoeting tussen Trump en Kim verschaft Noord-Korea de zo gezochte legitimiteit als staat, schrijft Remco Breuker.

Kim Jong-un maakte afgelopen week een dramatische ommezwaai: hij wil over nucleaire ontwapening spreken en is bereid om in eigen persoon Donald Trump te ontmoeten. Dat heb ik niet zien aankomen. Noord-Korea’s gedragingen op het internationale podium laten zich nu eenmaal lezen als een goedkope thriller die van onwaarschijnlijke verwikkelingen aan elkaar hangt. Een spectaculaire moordaanslag op een Maleisisch vliegveld, een rakettest, en dat alles wordt opgevolgd door een onverwacht aanbod van totale vrede, waardoor alles weer goed komt.

Maar in die maalstroom van onverwachte dingen dreigen sommige zaken uit het zicht te raken. De rol van Zuid-Korea bijvoorbeeld. President Moon Jae-in heeft de afgelopen maanden van niets iets gemaakt. Hij heeft zich als de Baron van Münchausen aan zijn eigen haren uit het moeras dat Noord-Korea heet omhoog weten te trekken. Zonder daadwerkelijk toezeggingen van wie dan ook, heeft hij Noord-Korea en de VS aan tafel gebracht, zo lijkt het nu.

Dat is internationaal staatsmanschap van de hoogste orde – en tegelijkertijd moreel onverantwoord en onverstandig.

Moon heeft twee voorstellen van Noord-Korea die al twintig jaar op tafel liggen, opnieuw weten te verpakken en aan het Witte Huis weten aan te bieden. Noord-Korea heeft altijd gezegd bereid te zijn tot ontwapening als het ‘vijandige beleid’ ten opzichte van Noord-Korea wordt stopgezet. In de Noord-Koreaanse lezing betekent dit dat het VS-leger zich dient terug te trekken uit Zuid-Korea. Maar het is de vraag of het Witte Huis dit ook zo heeft ‘doorgekregen’.

Door Moons eigen gezanten de brief van Kim Jong-un te laten brengen, heeft Moon klaarblijkelijk succesvol ingespeeld op Trumps ego.

Eerdere Amerikaanse presidenten hebben een ontmoeting altijd afgehouden omdat het Noord-Korea de zo gezochte legitimiteit zou verlenen als reguliere staat – zeker de mensenrechtensituatie staat dat niet toe. Maar Trump heeft geen Noord-Korea-expertise om zich heen die dit soort ouvertures goed kan duiden.

De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat Trump niet slechts in een zorgvuldig voorbereide, verenigd Koreaanse val is gelopen. De sancties die zijn inconsistente verbale uitlatingen hebben begeleid, waren wél consistent en hadden wél effect. In die mate zelfs dat Noord-Korea zich gedwongen voelt er zo snel mogelijk iets aan te doen: in april is de topontmoeting met Moon, in mei al met Trump. Bizar snel. De bodem van de schatkist komt in zicht, dus haast is geboden voor Pyongyang. Het voorstel om nucleair te ontwapenen is wat Trump aan tafel lijkt te hebben gekregen. Maar dit is al twee decennia oud en altijd een papieren voorstel geweest. Is dat deze keer dan anders?

Analisten lijken het met elkaar eens te zijn: Noord-Korea zal onder dit regime nooit vrijwillig ontwapenen. De kans is dan ook groot dat in de onderhandelingen de zeer goed voorbereide Noord-Koreanen de Amerikanen van tafel zullen onderhandelen en met een impliciete erkenning van hun status als kernmacht weg zullen gaan. Ik sluit een verrassende ontknoping niet uit, maar gezond verstand en de recente geschiedenis roepen op tot voorzichtigheid als het gaat om verwachtingen koesteren.

Het belangrijkste wat echter uit het zicht dreigt te raken door deze spectaculaire en mediagenieke wervelwind van ontwikkelingen, is het volgende: het zijn niet zozeer de Noord-Koreaanse raketten die een dreiging vormen. Noord-Korea zelf is een veel directere bedreiging. Noord-Korea is de geïnstitutionaliseerde ontkenning van menselijke en individuele vrijheid.

Denk je anders, doe je anders, geloof je anders, heb je anders lief? Dan is een concentratiekamp dichtbij. Deze kampen dienen een dubbel doel: er worden politieke – en andere dissidenten geëlimineerd en er wordt winst gedraaid door de gevangenen tot hun dood dwangarbeid te laten verrichten.

Noord-Korea laat net als Assads Syrië (waar Noord-Koreaans gifgas ook nog gisteren in Ghouta werd gebruikt) en Xi’s China zien dat dictaturen die fundamentele mensenrechten niet eerbiedigen succesvolle staten kunnen zijn. En dat economische welvaart niet tot politieke vrijheid hoeft te leiden. De totale surveillancemaatschapij is in Noord-Korea zelf. Om deze op termijn te combineren met toegang tot de internationale markten, Zuid-Koreaanse knowhow en technologie, en algehele salonfähigkeit is zeer onwenselijk.

Mensenrechten zijn hierin cruciaal. Niet vanuit een door westers superioriteitsgevoel ingegeven idee dat mensenrechten universeel zijn, maar omdat het Noord-Koreaanse systeem zoals het is fundamentele mensenrechten simpelweg niet kán eerbiedigen. Dan stort de boel in elkaar. Vandaar ook de krampachtige moeite die Zuid-Korea doet om het vooral niet over mensenrechten te hebben.

De voorgestelde top tussen Trump en Kim, als die er komt natuurlijk, kan heel wat opleveren. Voornamelijk voor Noord-Korea, maar wie weet wat er allemaal zal gebeuren. Belangrijkste punt is echter dat de top de echte problematiek niet zal aansnijden. Moon, Kim en in mindere mate Trump hebben ons een Noord-Korea voorgetoverd waar het grootste probleem de kernraketten zijn.

Was dat maar zo.

About this publication