Gastcolumn: ‘Ook Nederland is verantwoordelijk voor nucleaire stabiliteit’
Een coherent nucleair beleid is niet alleen van nationaal belang, maar draagt ook bij aan een sterke Atlantische band, betoogt gastcolumnist Elmar Hellendoorn.
FOTO TEKST: Na drie weken in Nederland zijn de beide Joint Strike Fighters (F-35) van de luchtmacht weer op weg terug naar de Verenigde Staten. De gevechtsvliegtuigen waren in 2016 in Nederland voor ‘belevingsvluchten’ om omwonenden van de vliegbases Leeuwarden en Volkel kennis te laten maken met het geluid van de opvolger van de F-16.
Onbegrip van kernwapens vormt een van de grootste risico’s voor de internationale veiligheid. De Iran-deal, Russisch-Amerikaanse dreigementen en Noord-Koreaanse onderhandelingen hangen allemaal met elkaar samen. Nucleaire proliferatie, de modernisering van arsenalen, en nieuwe technologieën maken het wereldwijde nucleaire speelveld steeds complexer.
Nucleaire afschrikking kan zowel stabiliseren als destabiliseren. Ontwapening is slechts een ideaal in de huidige geopolitieke wanorde. Europa is niet voorbereid op het mogelijke uiteenvallen van Amerikaans-Russische wapenbeheersingsakkoorden. Den Haag kan bij het westerse wapenbeheersings- en non-proliferatiebeleid een relevante rol spelen dankzij de Nederlandse nucleaire NAVO-taken.
Het Nederlandse nucleaire beleid moet rekening houden met de bredere nationale veiligheidsbelangen. Het gaat daarbij om verschillende vragen: wat betekent deze nieuwe fase in nucleaire strategische dynamieken voor de Nederlandse veiligheid, voor de Europese samenwerking, voor de NAVO en de band met Amerika? Voor een effectieve Nederlandse nucleaire diplomatie is het zowel essentieel dat de Nederlandse F-35’s in de toekomst kernwapentaken kunnen uitvoeren, als om in de kennis te investeren om de complexe nucleaire realiteit te duiden.
Koude Oorlog
In een multi-nucleaire wereld vindt afschrikking plaats in netwerken. Afschrikking tussen Pakistan en India gebeurt in de netwerkrelatie met China. Indiaas-Chinese afschrikking staat in relatie met de VS. En hoe verhoudt Chinees-Amerikaanse afschrikking zich tot de relatie met Rusland en de NAVO? Deze afschrikkingsnetwerken lijken inherent instabiel en staan in contrast met de relatief stabiele wederzijdse afschrikking uit de Koude Oorlog.
Nieuwe technologieën leiden tot steeds geavanceerder nucleaire wapensystemen. Supersonische raketten, kunstmatige intelligentie, drones, nanotechnologie, 3D-printen, verbeterde remote sensing en raketbesturing veranderen eveneens het nucleaire speelveld op nog onbekende wijze.
Het vooralsnog onduidelijk wat de consequenties zijn van deze toegenomen nucleaire complexiteit. Door gebrek aan middelen is deze nieuwe realiteit nog onvoldoende bestudeerd. Concepten uit de Koude Oorlog kunnen niet één-op-één worden overgenomen. Onderzoekers en beleidsmakers moeten nauwer samenwerken en erin investeren om beter te begrijpen hoe de nucleaire dynamieken in de 21ste eeuw werken.
Het is noodzakelijk om ook te begrijpen hoe de nucleaire realiteit en de bredere geopolitieke context met elkaar in wisselwerking staan. In de geglobaliseerde wereld zijn economische partners soms politieke tegenstanders, en militaire bondgenoten zijn niet altijd economische bondgenoten. Ondanks de gespannen militaire relatie met Moskou, blijft West-Europa van Russische olie- en gasleveranties afhankelijk. Zo financieren Europeanen de Russische raketten die op Europa gericht staan. Commerciële technologietransfers vanuit het Westen zijn ook essentieel voor de Chinese militaire en nucleaire modernisering. Maar de verwevenheid is mogelijk nog strategischer: een cyberaanval vanuit Azië op Europa kan tot een nucleair conflict leiden.
De geloofwaardigheid van de Amerikaanse nucleaire paraplu over de NAVO wordt ook beïnvloed door de manier waarop Washington zich wereldwijd opstelt. Zowel President Obama als President Trump hebben het nagelaten om actief te reageren op de Russische cyberinmenging in de Amerikaanse verkiezingen. Als Washington passief omgaat met aanvallen op zijn eigen democratische processen, is het al helemaal de vraag hoe ver de VS zal gaan in de verdediging van geallieerde, Europese democratieën. Oftewel, in hoeverre is de Amerikaanse president bereid om nucleaire risico’s te aanvaarden voor de Europese veiligheid?
Strategische autonomie
Echter, zolang de Europese landen hun defensie niet op orde hebben, zijn zij niet in een goede positie om vragen te stellen over de Amerikaanse – nucleaire – geloofwaardigheid. Ook daardoor is er een steeds serieuzere poging om tot Europese defensiesamenwerking te komen. Het blijft onduidelijk in hoeverre kernwapens onderdeel zijn van het Europese streven naar strategische autonomie.
Toen het Nederlandse parlement in 2014 een motie aannam tegen een kernwapentaak voor de Nederlandse F-35’s, hield het geen rekening met deze complexe situatie. Nucleaire ontwapening, nucleaire non-proliferatie en wapenbeheersing, en nucleaire afschrikking worden te veel los van elkaar gezien. Er is onvoldoende begrip van de wisselwerking tussen die elementen. Het NAVO-afschrikkingsbeleid draagt bij aan non-proliferatie: NAVO-lidstaten die zich bedreigd voelen door Rusland, zullen minder snel zelf kernwapens willen ontwikkelen zolang het nucleaire schild van de alliantie geloofwaardig is.
Een coherent nucleair beleid is in het nationale belang van Nederland. Zolang Nederlandse straaljagers klaarstaan voor de nucleaire afschrikkingstaken van de NAVO dragen ze direct bij aan de geallieerde nucleaire geloofwaardigheid. Dat is burden sharing. Daardoor kan Den Haag vooralsnog significante diplomatieke invloed uitoefenen op het bondgenootschappelijke wapenbeheersingsbeleid. Vanuit Amerikaans perspectief zijn kernwapens essentieel. Het Nederlandse nucleaire burden sharing opent deuren in Washington. Een gebalanceerde Nederlands-Europese nucleaire diplomatie binnen de NAVO draagt daarom bij aan een sterke Atlantische band, ook op economisch en politiek terrein.
Na de Koude Oorlog is het wereldwijde nucleaire landschap veel complexer geworden. Toch is bij gebrek aan een direct waarneembare dreiging is de kennis over kernwapenproblematiek echter sterk afgenomen, zowel in Nederland als daarbuiten. En door dat gebrek aan kennis is het de vraag in hoeverre het Westen de nieuwe nucleaire dreigingen adequaat kan duiden en in hoeverre een coherent Nederlands nucleair beleid in de toekomst mogelijk is. Den Haag staat voor de keuze om bij te dragen aan nucleaire stabiliteit of om instabiliteit te accepteren.
Elmar Hellendoorn is Post-Doctoral Research Fellow bij het International Security Program/Project on Managing the Atom aan het Belfer Center van de Harvard Kennedy School.
Leave a Reply
You must be logged in to post a comment.