The Symbolic Struggle Over Trump’s Wall

<--

Als de VS echt minder irreguliere migratie willen, zullen ze hun neoliberale economie moeten omvormen. Nu is de discussie over de muur van Trump vooral een gevecht voor de bühne, schrijft gastcolumnist Leo Lucassen.

Een migrant, die als onderdeel van de migrantenkaravaan vanuit Midden-Amerika naar de VS is getrokken, probeert Amerikaanse grenswachten te bekijken door een gat in de muur in Tijuana, Mexico, 25 november 2018. Beeld Reuters

De politieke impasse rondom de muur van Trump lijkt op het eerste gezicht de reflectie van een fundamentele tegenstelling tussen voor- en tegenstanders van strikte immigratiecontroles. Waar Trump en de Republikeinen, met hun roep om een muur tussen de VS en Mexico, migranten als gevaarlijke criminelen en verkrachters afschilderen, wijzen veel democraten op de Amerikaanse traditie – en onmiskenbare voordelen – van openheid en diversiteit. Met Alexandria Ocasio-Cortez (AOC) als boegbeeld. Dit is echter een enigszins misleidend beeld. Zo werden er onder ‘deporter in chief’ Obama aanzienlijk meer irreguliere migranten het land uitgezet dan in de afgelopen twee jaar.

Wel is het klimaat onder Trump aanzienlijk verhard. Volgens velen creëert de overheid sinds 2016 een klimaat van angst, door kinderen van hun ouders te scheiden en migranten als criminelen te behandelen. Denk aan Trumps uitspraak uit mei 2018 over ‘people trying to come in are not people, they’re animals’. Het halsstarrig vasthouden van Trump aan ‘zijn’ muur past in deze trend. Waar de democraten tegen protesteren is dan ook niet zozeer de wens om de grenzen streng te controleren, maar tegen de manier waarop en tegen de negatieve xenofobe beeldvorming over immigranten.

Gastvrijer beleid lonend?

Overigens laten de meeste migranten zich niet door harde grenzen tegenhouden. Ze graven tunnels, klimmen over hekken of muren, of worden over de grens gesmokkeld. Maar verreweg de meesten arriveren per vliegtuig met een visum in hun paspoort dat ze vervolgens laten verlopen (‘overstayers’). Bovendien is het de vraag wat een muur, waarvan de kosten volgens het Ministerie van Binnenlandse Veiligheid de komende drie jaar tot zo’n 22 miljard dollar oplopen, toevoegt aan de vele reeds gebruikte technologieën, zoals videobewaking, drones, grondsensoren en radartechnologie.

Intussen laat het aantal ‘ongedocumenteerde’ migranten sinds 2007 juist een dalende trend zien. Iets wat ook voor Trumps ‘bad hombres’ uit Mexico geldt. Tot nu toe heeft het bouwen van muren en hekken aan de zuidgrens vooral geleid tot meer grensdoden, met name in het woestijnachtige grensgebied tussen Arizona en Mexico, en sterk stijgende bedragen die de ‘coyotes’ (mensensmokkelaars) incasseren. In plaats van hoge kosten en averechtse effecten is er veel te zeggen voor een gastvrijer beleid. Zo creëren de meeste migranten die de gaten vullen van de Amerikaanse arbeidsmarkt juist banen en hebben zij een opwaarts effect op de inkomens van de reeds aanwezige bevolking. Ook dragen zij doorgaans meer bij door het betalen van belastingen dan ze – omgerekend in geld – aan overheidsdiensten ontvangen. Vandaar dat wetenschappers ervoor pleiten voor een rationeler, en daarmee ook menselijker, toelatingsbeleid.

Geen structurele oplossing

Een veelgehoord tegenargument is dat een soepeler toelatingsbeleid alleen maar het bedrijfsleven in de kaart speelt en een kansloze onderklasse van slecht Engels sprekende nieuwkomers creëert. Het zijn echter niet alleen werkgevers die profiteren, maar alle Amerikanen, met name in hun hoedanigheid als consument. Dat geldt overigens ook voor Trump zelf, die in zijn Mar-a- Lago club in Florida ongedocumenteerde koks en kamermeisjes inhuurde. Een van hen was de Guatemalteekse Victorina Morales die vijf jaar lang zijn bed verschoonde, zijn wc schoonmaakte en zijn golf-trofeeën afstofte, zoals Paul Waldman op 6 december in The Washington Post memoreerde. Een goed voorbeeld van de afhankelijkheid van deze immigranten in de dienstverlening, die – net als de landbouwsector in staten als Californië – sterk of volledig afhankelijk is van al dan niet irreguliere immigranten, waarvan velen zich overigens binnen enkele generaties opwerken. Zowel degenen die in loondienst zijn als de vele zelfstandige ondernemers onder hen.

In dat opzicht is er niets nieuws onder de zon in de Amerikaanse geschiedenis. De zuigkracht van de arbeidsmarkt is er zo sterk dat een te streng immigratiebeleid vooral averechts werkt en de migranten in kwestie in een nog kwetsbaarder positie brengt dan ze al zijn. De enige manier om daar in het huidige systeem iets aan te doen, zijn amnestie-regelingen, die meestal worden afgekondigd bij de invoering van nieuwe immigratiewetten.

Dit lost het probleem van miljoenen in vaak zeer precaire omstandigheden niet structureel op. Als democraten én conservatieven echt minder irreguliere migratie willen, dan zullen ze hun neoliberale economie moeten omvormen, met een fatsoenlijk minimumloon, een veel betere arbeidsmarktcontrole, sancties tegen werkgevers en betere arbeidsomstandigheden. Zolang dat niet het geval is, en de animo daarvoor in beide kampen – met uitzondering wellicht van nieuwe parlementsleden als Alexandria Ocasio-Cortez – is tot op heden zeer gering, zal Trump de discussie over zijn muur vooral proberen te gebruiken om zijn kiezers te bedienen.

Leo Lucassen is Directeur Onderzoek van het International Instituut voor Sociale Geschiedenis en hoogleraar aan de Universiteit Leiden. In maart is hij gastcolumnist op Volkskrant.nl.

About this publication