The Anti-Abortion Movement in the US Becomes More Confident by the Day

<--

Sinds Trumps benoeming van nieuwe conservatieve rechters is het Hooggerechtshof nu in meerderheid conservatief. Veel gelijkgestemde staten zien daarin een kans om abortus te criminaliseren.

Met één oog gericht op het hoogste gerechtshof neemt de ene na de andere Amerikaanse staat dit jaar maatregelen om het wettelijk recht op abortus te beperken.

Afgelopen week tekende de gouverneur van Georgia een zogenoemde hartslag-wet, die bepaalt dat elke abortus die wordt uitgevoerd na de zesde week van de zwangerschap – het moment dat de hartslag van de foetus kan worden waargenomen – moord is en als zodanig moet worden bestraft. Vrouwen die illegaal abortussen laten uitvoeren, kunnen dan levenslange gevangenisstraf krijgen, of zelfs de doodstraf. Kentucky, Mississippi, Louisiana en Ohio gingen Georgia al voor.

In Alabama stond de Senaat donderdag op het punt nog een stap verder te gaan en een wet aan te nemen die abortus in elk stadium van de zwangerschap verbiedt, tenzij de gezondheid van de zwangere vrouw „ernstig” gevaar loopt. Artsen die abortussen uitvoeren, zouden 99 jaar celstraf kunnen krijgen. Toen enkele Republikeinen een uitzonderingsbepaling over verkrachting en incest uit het wetsvoorstel wilden halen, brak een tumult uit waarna de stemming werd uitgesteld. „Jullie krijgen heus je zin”, zei de Democratische senator Vivian Davis Figures, „maar laten we het wel een beetje netjes doen.”

De samenloop van abortusbeperkende wetgeving is geen toeval. In de Verenigde Staten is het recht op het afbreken van een zwangerschap in 1973 door het Hooggerechtshof vastgelegd in een uitspraak in de zaak Roe vs. Wade. Enkele tientallen pogingen om deze uitspraak ongedaan te maken zijn tot nog toe afgeketst op het Hof dat ‘Roe vs Wade’ overeind heeft gehouden.

Schoten voor de boeg

Wat betekenen dan al die knellende nieuwe wetten in verschillende staten, als het recht op abortus landelijk is vastgelegd? Het zijn schoten voor de boeg. De wetgevers weten dat hun regels zullen worden aangevochten in de rechtszaal – dat gebeurt nu regelmatig – en dat ze uiteindelijk bij het federale Supreme Court terecht kunnen komen. De vice-gouverneur van Alabama, een Republikein, bevestigde die redenering donderdag in een verklaring.

Wetgeving die gericht is op het beperken van de mogelijkheid om een abortus te ondergaan, was tot voor kort vooral een kwestie van vindingrijkheid. Omdat de kans op het tenietdoen van ‘Roe vs Wade’ gering werd geacht, zochten lobbygroepen en conservatieve politici naar omwegen.

De financiering van abortusklinieken werd bemoeilijkt. In 33 van de 52 staten is het verboden om overheidsgeld te gebruiken voor abortussen, behalve dan soms weer in geval van verkrachting of incest. In South Dakota wordt zelfs dat onvoldoende reden gevonden; daar mag alleen abortus met behulp van overheidsgeld worden uitgevoerd als het leven van de vrouw in kwestie in gevaar is. In elf staten is het verboden voor verzekeraars om een abortusbehandeling te vergoeden.

Andere manieren om abortus moeilijker te maken, zijn het stellen van zeer hoge eisen aan de klinieken, het hanteren van tijdslimieten (geen abortus na 18 weken zwangerschap) of het opleggen van extra eisen aan de arts. Achttien staten hebben regels die een vrouw dwingen tot een extra consult voordat zij abortus pleegt. In dertien van die staten wordt in dat consult verplicht uiteengezet dat een foetus pijn voelt.

Nieuwe rechters aan het Hof

Maar sinds oktober hopen anti-abortusgroepen binnenkort de hoofdweg in te slaan naar een algemeen verbod op zwangerschapsonderbreking. In die maand werd Brett Kavanaugh benoemd tot rechter aan het Hooggerrechtshof waardoor het nu een conservatieve meerderheid heeft.

In zijn ambtstermijn kon president Trump tot nog toe twee rechters in het Hof benoemen. Hij beloofde tijdens zijn campagne om waar het maar kon zogenoemde pro life-rechters te benoemen. De aanstelling van Kavanaugh en eerder Neil Gorsuch stemt de anti-abortusbeweging zelfverzekerd.

Lees ook: VS zwakken VN-resolutie af wegens steun aan ‘abortus’

Staten waar conservatieven in de meerderheid zijn, hebben alvast wetten ‘klaargezet’ in afwachting van het moment dat het Hof tot drastische beperking van abortus besluit, of zelfs een principieel verbod. Oklahoma heeft een soort wet als die in Alabama klaarliggen, die simpelweg ‘Afschaffing van abortus’ heet.

In Texas is een anti-abortuswet die in 2017 nog werd afgeschoten, begin dit jaar opnieuw ingediend. In die wet begint het leven van een foetus op het moment dat sperma- en eicel samenkomen. Zwangerschap door verkrachting of incest, noch ernstige handicaps voor de baby zijn dan nog grond om abortus toe te staan. De wet in Georgia verbiedt niet alleen abortussen vanaf de eerst waargenomen hartslag, ze bepaalt ook dat de foetus vanaf dat moment een ingezetene van de staat is en bijvoorbeeld zal moeten worden meegeteld bij de volkstelling.

Toch progressieve meerderheid?

Het is de vraag of de gretige staten zich niet rijk rekenen. In februari kreeg het Hooggerechtshof een zijpad-wet uit Louisiana voorgeschoteld. De juridische vondst die in deze wet was vastgelegd, bestond uit de verplichting dat abortus alleen mag worden uitgevoerd door een arts die ook mag opereren in een algemeen ziekenhuis dat niet verder dan een kleine 50 kilometer van de abortuskliniek ligt. Met 5 tegen 4 stemmen werd de wet verworpen door de hoogste rechters. En het belangrijkste nieuws, volgens de Amerikaanse media was dat opperrechter John Roberts, doorgaans een van de conservatieven, bij die uitspraak de kant van zijn progressieve collega’s koos.

About this publication