What Counts Is Who Will Take to the Streets Now, Not Who Wins the Election

<--

Wat telt is wie nu de straat op gaat, niet wie de verkiezing wint

Ongelijkheid De Verenigde Staten waren altijd al een ziek land. Trump is geen tijdelijk virus, ziet Arjen van Veelen.

New York City Misses You Too’, zegt de lichtgevende reclame voor city trips. Ik fiets door miezerig Rotterdam, op weg naar een verkiezingsnacht. Ik mis New York niet, maar ik snap het billboard wel: straks, als het virus foetsie is, krijgt het normale leven weer zijn beloop. Kunnen we weer vliegen naar New York City, zoals het fatsoenlijke globalisten betaamt. Dan is goddank alles weer normáál.

Genoeg mensen die zo ook over de presidentsverkiezingen denken. Die Trump nog zien als een afschuwelijk, maar tijdelijk virus. Een plaaggeest die de VS vier jaar in zijn greep hield. Maar hou vol, vanavond kan alles veranderen: Joe Biden will make America normáál again. We’ll meet again.

Ik heb te lang in dat ‘normale’ Amerika gewoond om er naar terug te verlangen. Ik woonde twee jaar in St. Louis, Missouri, een kapotte stad in het hart van het land, waar een op de drie inwoners arm is; waar jaarlijks 1 op de 1.200 inwoners wordt vermoord, waar duizenden huizen leeg staan, naast mensen die in tentjes leven. Waar corrupte bedrijven nauwelijks belasting betalen, terwijl brave burgers in de cel belanden vanwege een kapot achterlicht. Een Amerika vol extreme economische ongelijkheid, de facto in het volle daglicht. Een genadeloze plek. Een normale Amerikaanse stad.

En mind you, toen ik er woonde was er een normale Democratische burgemeester, Democratische gouverneur en Democratische president, genaamd Barack Obama. In St. Louis leerde ik dat het voor veel Amerikanen geen sikkepit uitmaakt wie er aan de macht is.

Dat zeg ik dus tegen de vriend waar ik de uitslagen kijk: het doet er niet toe wie wint. Serieus. Neem iets fundamenteels als het minimumloon: dat is al aan het dalen sinds 1968. Clinton, Bush of Obama: lood om oud ijzer. En toch zit ik even later met rode wangen voor de tv. Stiekem hopend dat de man wint, die de status quo belichaamt – al vijftig jaar lang.

Een verrotte boomstam

Ik haat het dat ik het spannend vind. Is het überhaupt geen schande dat de race spannend is: een halve fascist versus een fatsoenlijke man, hoe moeilijk kan het zijn?

Maar ik weet: liefst 56 procent van de Amerikanen zegt dat hun leven onder Trump beter is vergeleken met vier jaar geleden, aldus Gallup. Recordcijfers. En ik weet dat de Democraten – ooit de partij van werknemers – zijn veranderd in een werkgeverspartij. Dikke mik met Silicon Valley. En ik weet ook dat de VS een verrotte boomstam zijn waar schimmel op groeit. Ik hoop dat de schimmel verdwijnt, tuurlijk. Maar zelfs dan rest die rotte boom.

Sterker: de VS waren nooit echt gezond, het is een ziek geboren land. Ik las het in een steengoed nieuw boek, The Broken Heart of America: St. Louis and the Violent History of the United States. Niet geschreven door een linkse activist, maar door een witte Harvard-professor die opgroeide in Missouri, Walter Johnson. Hij schrijft een geschiedenis vol etnische zuivering, imperialisme, roofkapitalisme, lynchings en uitbuiting – samengevat als ‘racial capitalism’, racistisch roofkapitalisme: een vernuftig design dat witte en zwarte paupers exploiteert door ze tegen elkaar uit te spelen. De plaag is stokoud, zelfs ouder dan die andere fijne zondebok, neoliberalisme. De plaag is het plan van de VS.

Het geromantiseerde Amerika

Ik kende het verhaal, toch schokte het me. Bijvoorbeeld als ik lees dat zelfs de bejubelde Abraham Lincoln – president die de slavernij afschafte – de ex-slaven het land uit wilde jagen. En dat zijn fan base evengoed uit witte racisten bestond. Of wat te denken van experimenten met nucleair gif, uitgevoerd op zwarte inwoners van St. Louis? En het schokkendste: het is geen geschiedenis. Rijke witte mannen die paupers van allerlei kleur uitbuiten, zo rolt de VS nog steeds. Zie Jeff Bezos van Amazon, genadeloos als een slavendrijver. Alleen beter gecamoufleerd. Fatsóenlijker.

En iedereen die bij Amazon shopt, ook ik, draagt eraan bij. Is mijn afschuw van Trump niet een fijn alibi om daar niet aan te denken?

Neuh, ik mis New York vanavond niet, dat geromantiseerde, lieflijke Amerika. Maar ik mis St. Louis, Missouri wel. Vooral de mensen die ik er leerde kennen. Die weten dat een mens niet alleen een stem heeft bij verkiezingen. Ze gingen de straat op voor Trump.

Amerika was allang ziek, okay, okay, maar het kan nog zieker, toch?

Want naast die eeuwenoude traditie van economisch en racistisch geweld, kent de VS – anders dan Nederland – ook een ijzersterke traditie van rebellie. Die hoopvolle geschiedenis beschrijft Walter Johnson óók, in tergend detail: slaven die hun ketens loswierpen, indianen die vergeefs terugvochten, zwarte vrouwen in de depressiejaren die, met succes, betere lonen eisten in de voedingsindustrie. Protesten die eng waren voor de elite, omdat witte en zwarte paupers samen optrokken.

Het doet er niet toe wie president wordt, zeg ik tegen de vriend. Mijn mantra klinkt steeds wanhopiger. Amerika was allang ziek, okay, okay, maar het kan nog zieker, toch?

Iets voor negen in de ochtend eist Trump prematuur de overwinning op. „The founding fathers are rolling in their graves”, huilt een presentator van CNN. Ik weet het niet, die founding fathers waren erger dan Trump: slavenhoudende roofkapitalisten.

White supremacy

Wanhoop werkt averechts. Ik denk aan de jongeren die ik zag in de straten van Ferguson, niet bang voor traangas. Ik denk aan de fastfood-medewerkers die ik zag demonstreren, samen met universitair docenten op een flexcontract, samen voor een hoger minimumloon. De hoop ligt in krachten van onderaf die het beleid veranderen – ongeacht wie president is. Rebellen in de traditie van indianenleider Black Hawk en burgerrechtenleider Martin Luther King.

Ik denk aan een goede vriend uit St. Louis, een zwarte man, geboren en getogen tijdens de Amerikaanse apartheid. Hij studeerde desondanks filosofie. „White supremacy is an American value”, appte hij me deze week. Hij ging daartegen de straat op onder Obama en onder Trump. Toen een advocatenechtpaar in St. Louis hun automatische wapens richtten op demonstranten die vreedzaam langs hun huis liepen was hij een van die demonstranten. Hij zal de straat op blijven gaan, hij snapt dat de struggle niet elke vier jaar, maar in eeuwen wordt gemeten.

About this publication