The Hague, January 12. The American-British invasion of Iraq in 2003 lacked a mandate under international law. Prime Minister Balkenende has claimed otherwise. Moreover, in the run-up to the Iraq war, Parliament was not fully informed.
This was especially the case when it came to the U.S. request for military support.
Those are the most important conclusions of the investigation report by the Davids Commission. On Balkenende’s role, the commission writes: “The Prime Minister initially gave little or no direction to debates on the Iraq issue."
This independent commission examined the background of the decision-making on the Dutch political support for the war in Iraq. This morning, the commission’s chairman Willibrord Davids, former president of the Supreme Court, presented the report to Balkenende.
The commission expresses sharp criticism over the way the former Balkenende government came to its position, and subsequently defended it. "Because the government and ruling parties entrenched themselves behind their first position, a substantive exchange of views between government and parliament on the Iraq policy did not get off the ground.”
Information from its own intelligence services was selectively and without nuances passed on to Parliament.
There is also "a certain insincerity" in the way the government persisted in claiming that the dismantling of Iraq’s weapons arsenal was the goal of the invasion, while it knew that the objective of the Americans was regime change - the overthrow of Saddam Hussein’s regime.
For years, the Prime Minister opposed an investigation, but after persistent political, social and public pressure, felt compelled to allow an investigation. Because ”the dynamics began to take a life of their own,” said the Prime Minister in February of last year. The commission wrote that such an investigation could have better been conducted earlier.
According to Davids, no evidence was found of Dutch military commitment to the invasion. The first Balkenende government decided to support the invasion of Iraq because Iraq ignored the Security Council resolutions. That reasoning is erroneous, the commission concludes. "The government did itself a disservice by basing its policy on a position that in international law could not be properly defended."
The commission was able to freely do its job. There was no question of a "cover-up commission," said Davids. "There were no attempts to influence, let alone pressure. There were limits under the law, for example as it relates to information from intelligence agencies.” Neither the Prime Minister nor the government had reacted before the deadline for the newspaper.
Balkenende had geen greep op Irak-beleid
Gepubliceerd: 12 januari 2010 10:25 | Gewijzigd: 12 januari 2010 15:18
Door een onzer redacteuren
Den Haag, 12 jan. Voor de Amerikaans-Britse inval in Irak in 2003 ontbrak een volkenrechtelijk mandaat. Premier Balkenende heeft anders beweerd. Daarnaast is de Kamer in aanloop naar de Irak-oorlog niet volledig geïnformeerd.
Dat gebeurde met name over het verzoek van de Verenigde Staten om militaire steun te verlenen.
Dat zijn de belangrijkste conclusies uit het onderzoeksrapport van de commissie-Davids. Over de rol van Balkenende schrijft de commissie: „De minister-president heeft aanvankelijk geen of weinig leiding gegeven aan debatten over de Irak- kwestie.”
Deze onafhankelijke commissie onderzocht de achtergronden van de besluitvorming over de Nederlandse politieke steun aan de oorlog in Irak. Vanochtend is het rapport door commissievoorzitter Willibrord Davids, oud-president van de Hoge Raad, overhandigd aan Balkenende.
De commissie oefent scherpe kritiek uit op de manier waarop het toenmalige kabinet-Balkenende tot zijn standpunt kwam, en het vervolgens verdedigde. „Omdat de regering en regeringspartijen zich hebben verschanst” achter hun eerste standpunt „is een inhoudelijke gedachtenwisseling tussen regering en parlement over het Irak-beleid niet van de grond gekomen”. Informatie van eigen inlichtingendiensten werd zonder nuances en selectief doorgespeeld naar de Kamer.
„Een zekere onwaarachtigheid” zit er ook in de manier waarop het kabinet vasthield aan het ontmantelen van het wapenarsenaal van Irak als doel van de inval, terwijl het wist dat het de Amerikanen te doen was om regime change, het omver werpen van het bewind van Saddam Hussein.
De premier hield een onderzoek jaren tegen, maar zag zich, na aanhoudende politieke, maatschappelijke en publicitaire druk, toch genoodzaakt een onderzoek toe te staan. Omdat „de dynamiek een eigen leven begon te leiden”, aldus de premier in februari vorig jaar. Dat onderzoek had beter in een eerder stadium kunnen worden verricht, schrijft de commissie.
Er zijn volgens Davids geen bewijzen gevonden voor Nederlandse militaire inzet bij de invasie. Het kabinet-Balkenende I besloot de inval in Irak te steunen omdat Irak de resoluties van de Veiligheidsraad naast zich neerlegde. Die redenering is onjuist, concludeert de commissie. „Het kabinet heeft zichzelf geen dienst bewezen door zijn beleid te grondvesten op een volkenrechtelijk standpunt dat niet goed te verdedigen viel.”
De commissie heeft in vrijheid haar werk kunnen doen. Er was geen sprake van een „doofpotcommissie”, zei Davids. „Er waren geen pogingen tot invloed, laat staan druk. Er waren wel beperkingen op grond van de wet, bijvoorbeeld bij informatie van de inlichtingendiensten.” De premier noch de regeringspartijen hadden voor het sluiten van de krant gereageerd.
This post appeared on the front page as a direct link to the original article with the above link
.
It wouldn’t have cost Trump anything to show a clear intent to deter in a strategically crucial moment; it wouldn’t even have undermined his efforts in Ukraine.
It wouldn’t have cost Trump anything to show a clear intent to deter in a strategically crucial moment; it wouldn’t even have undermined his efforts in Ukraine.