A Dutch Offer to Obama

<--

Juurd Eijsvoogel

NRC Handelsblad

vrijdag 19 december 2008 door webred

Een Nederlands gebaar naar Obama

Je zou het een buitenkans kunnen noemen. Nog voor de nieuwe Amerikaanse president het Witte Huis betrekt, kan Nederland hem helpen bij het vinden van een oplossing voor een van de grote hoofdpijndossiers die op hem liggen te wachten.

Het gevangenkamp op Guantánamo Bay moet dicht, zeggen Nederlandse bewindslieden al jaren. Mooie woorden, maar wat is het ons waard? Amerika krijgt straks een president die beloofd heeft om Guantánamo te sluiten – alleen zitten daar nog allerlei praktische haken en ogen aan. Zo zijn er tientallen gevangenen die wat Washington betreft vrijuit kunnen gaan, maar die in hun eigen land moeten vrezen voor marteling of erger. Waar kunnen ze wél heen?

Naar Nederland bijvoorbeeld, opperde Tweede Kamerlid Hans van Baalen (VVD) vorig jaar al, en naar andere lidstaten van de NAVO. Er kwam geen bijval voor het idee. Niet van andere parlementariërs, niet van het kabinet en niet van de bondgenoten.

Tot vorige week. Op de zestigste verjaardag van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens bood Portugal aan om een aantal van de onschuldige gevangenen die al jaren zonder proces vastzitten, op te nemen. En tegelijk riep Lissabon de andere EU- landen op om hetzelfde te doen. In de Europese hoofdsteden viel daarop een diepe stilte.

Maar Amnesty International en Human Rights Watch reageerden enthousiast op het bericht uit Lissabon. En Washington sprak hoopvol van een doorbraak. Want hoewel de regering-Bush aanvankelijk beweerde dat op Guantánamo Bay alleen „de ergste van de ergste” terroristen zaten, probeert ze nu al jaren vergeefs om de niet- gevaarlijke gevangenen die niet naar huis terugkunnen, elders onder te brengen.

Bij zeventig landen heeft Washington daartoe een verzoek ingediend. Tot nu toe heeft alleen Albanië vijf Oeigoeren uit Guantánamo opgenomen, moslims uit het noordwesten van China die voor 2001 naar Afghanistan waren gevlucht omdat Peking hen beschouwt als gevaarlijke separatisten. Volgens de laatste berichten leiden ze een armoedig en somber bestaan in een opvangkamp even buiten Tirana.

Natuurlijk kunnen Europese regeringen blijven zeggen: Amerika heeft dit probleem veroorzaakt, laat Amerika het ook maar oplossen. Want zo is het: de verantwoordelijkheid voor deze grote smet op het blazoen van de Verenigde Staten ligt bij Washington zelf.

Maar alles wijst erop dat Obama hiervan doordrongen is en snel een oplossing wil vinden. Zo werd vandaag bekend dat minister van Defensie Gates, die aanblijft in de nieuwe regering, plannen laat opstellen voor de sluiting van het kamp.

Daarbij gaat het niet alleen om de vijftig tot zestig onschuldige gevangenen die niet gerepatrieerd kunnen worden. Er is ook een groep van zo’n honderd Jemenieten, die binnenkort waarschijnlijk naar hun eigen land worden teruggestuurd voor een rehabilitatieprogramma voor jihadisten. En dan zijn er nog de bijna honderd mannen die de VS echt verdenken van betrokkenheid bij terreur en die ze daarvoor op een of andere manier willen berechten.

Nederland en andere Europese landen kunnen afwachten tot Obama de eerste stap zet, tot Washington eerst zélf een aantal van de gedetineerden opneemt, of harde toezeggingen doet over de definitieve sluiting van het kamp. Het probleem moet samen met de Amerikanen worden opgelost, benadrukt Van Baalen.

Maar als ons er écht zoveel aan gelegen is dat Guantánamo snel dicht gaat, dan is er veel voor te zeggen om alvast een gebaar te maken, per land of in EU-verband. Niet omdat we daartoe een juridische verplichting hebben, maar wel omdat er sterke politieke en morele argumenten voor zijn.

Het zou een signaal zijn dat het herstel van Amerika’s aanzien, en de terugkeer van het land tot de letter en de geest van het internationale recht, ons wat waard is. Dat geldt helemaal voor een land als Nederland, dat respect voor het internationale recht en de mensenrechten zo hoog in het vaandel heeft staan.

Eenvoudig zal het niet zijn, om mensen in de samenleving op te nemen die jarenlang onder zulke erbarmelijke omstandigheden onschuldig hebben vastgezeten. Maar als ze in de gelegenheid worden gesteld hier de vluchtelingenstatus aan te vragen, dan krijgen ze eindelijk uitzicht op een nieuwe toekomst, in een land dat – meer dan bijvoorbeeld Albanië – ervaring heeft met opvang, begeleiding en behandeling van vluchtelingen die zware psychologische schade hebben opgelopen.

Als de regering-Obama is aangetreden, zal Washington naar alle waarschijnlijkheid snel met een nieuw verzoek aan de Europese bondgenoten komen om te helpen met de opvang van Guantánamo- gevangenen. Weigeren zal dan moeilijk zijn. Door nu alvast te laten weten dat de onschuldige gevangenen én Washington op ons kunnen rekenen, helpen we niet alleen die gedetineerden en Obama, maar ook onszelf.

About this publication