Eind 2009 kreeg de Amerikaanse president Barack Obama een mooie aanmoedigingsprijs. Thorbjörn Jagland, voorzitter van het Nobelcomité, verklaarde dat de president werd geprezen vanwege zijn „buitengewone inspanningen om de internationale diplomatie en samenwerking tussen volkeren te versterken”. Het comité was ook onder de indruk van Obama’s droom van een kernwapenvrije wereld.
Het ziet ernaar uit dat Obama op dat laatste punt op de valreep van 2010 een succesje heeft geboekt toen na veel politiek duw- en trekwerk de Senaat akkoord ging met het Start-verdrag. Deze overeenkomst legt het aantal strategische kernwapens van Amerika en Rusland aan banden.
Maar de weg naar een kernwapenvrije wereld blijkt lang, want door het verdrag verplichten de partijen zich slechts om zeven jaar na finale ratificatie hun nucleaire arsenalen terug te brengen tot hooguit 1550 kernladingen, en 700 raketten of vliegtuigen waarmee deze kunnen worden ingezet.
Welke successen kunnen we nog meer verwachten? Jagland verklaarde dat Obama „een nieuw klimaat heeft geschapen in de internationale politiek, waarbij de voorkeur wordt gegeven aan dialoog en onderhandelingen in zelfs de moeilijkste internationale conflicten”. Tot nu toe heeft de president op dit gebied weinig voor elkaar gekregen.
Het conflict in het Midden-Oosten suddert voort en kan elk moment ontploffen. Na een stop van drie maanden, bouwen Israëlische kolonisten er op de Westelijke Jordaanoever weer lustig op los, waardoor een vergelijk met de Palestijnen verder wordt gecompliceerd. Het grootste probleem is dat Israël zich schijnt op te maken voor een nieuwe oorlog tegen Gaza. De blokkade die na de oorlog van 2008 werd ingesteld, heeft niet gewerkt. Hamas is sterker dan ooit. Raketten worden weer vanuit Gaza op Israël afgevuurd. Israël voert weer militaire acties uit. En in Israël zelf frustreren hardliners elke politieke oplossing. Met dialoog komt Obama er in het Midden-Oosten niet. De beste strategie lijkt nu het onder druk zetten van Israël door de 3 miljard dollar aan jaarlijkse militaire steun ter discussie te stellen.
Over dialoog gesproken: ook met Iran vlot het niet. Als een teken van goodwill nodigt de Iraanse regering nu een aantal landen uit voor een inspectietoer, waaronder Rusland, China en een aantal lidstaten van de Europese Unie. Amerika was niet welkom.
De reden ligt voor de hand. Amerika smeedt een coalitie die Iran harde sancties wil opleggen, maar landen als Rusland en China zijn niet van plan hun handelsbelangen met het land te laten schaden. Zij zetten in op dialoog, niet op Obama’s harde actie. Iets dergelijks is ook met Noord-Korea aan de hand. Amerika is hier aartsvijand nummer 1. De dialoog wordt hier vooral door China op gang gehouden.
Obama ontpopt zich steeds meer als een normale leider van een normale supermacht die de dialoog met bondgenoten zoekt, maar zijn tegenstanders vooral onder druk zet. Maar door het Amerikaanse machtsverval wordt die strategie steeds minder effectief.
Die Nobelprijs voor de vrede leek dus een mooi gebaar, maar ging volledig voorbij aan de realiteit van de internationale politiek. Daarin is erg weinig ruimte voor het wensdenken van het Nobelcomité. Ook in 2011
Leave a Reply
You must be logged in to post a comment.