Obama: leiderschap tegen wil en dank
Paul Brill, 19-03-2011 07:00 reageer 7 reacties
Kan president Obama worden verweten dat hij niet eerder en krachtiger heeft aangestuurd op een militaire ingreep?
Luisterend naar de opinies en raadgevingen van hun bondgenoten, zullen Amerikanen af en toe worden overvallen door de gedachte: het is niet goed of het deugt niet. Zoiets nam ik waar tijdens een discussie met Leo Michel, voormalig topambtenaar in het Pentagon en thans verbonden aan de National Defense University in Washington.
Hebben de Verenigde Staten zich in de kwestie-Libië niet te lang te afwachtend opgesteld, heeft het niet ontbroken aan Amerikaans leiderschap, werd hem met een ondertoon van teleurstelling gevraagd. Michel zuchtte even, waarna hij bij zijn Nederlandse gesprekspartners aandrong op enige waardering voor het feit dat de regering-Obama, na alle kritiek op eigenmachtig Amerikaans optreden in de periode-Bush, veel energie had gestoken in het streven naar een breed draagvlak voor een militaire operatie.
Diplomatie
Die waardering mag er inderdaad zijn. Zoals het van de Amerikaanse diplomatie ook een niet geringe prestatie is dat ze er uiteindelijk in geslaagd is met name Rusland en China zodanig te bewerken dat deze twee landen in de Veiligheidsraad hebben afgezien van een veto tegen de resolutie die de instelling van een no-flyzone boven Libië mogelijk maakt en ruimte schept voor militaire actie om de burgerbevolking te beschermen.
Maar pijnlijk is en blijft dat deze stap wordt gezet op een moment dat het effect bij lange na niet meer is wat het tien dagen geleden had kunnen zijn. Toen had een vliegverbod het beslissende duwtje kunnen zijn waardoor het bewind-Kadhafi was omgevallen. Nu produceert het waarschijnlijk een impasse, waardoor Libië nog lange tijd een bron van instabiliteit en internationale zorg zal blijven.
Omzichtig
Kan president Obama worden verweten dat hij niet eerder en krachtiger heeft aangestuurd op een militaire ingreep? Duidelijk is dat hij het liefst omzichtig te werk gaat. De besluitvorming die leidde tot de surge in Afghanistan, nam bijna drie maanden in beslag. Toen de volksopstand in Egypte ontbrandde, laveerde hij behoedzaam door het midden: wel morele steun aan de demonstranten, wel een oproep tot een transitie naar een democratisch stelsel, maar geen openlijke waarschuwing aan het adres van president Mubarak of de militaire top.
Van Teddy Roosevelt is de uitspraak dat een president het volk ‘dient te begeesteren met het vuur dat in zijn eigen ziel brandt’.
Zouden ook banalere overwegingen een rol hebben gespeeld?Dat is niet de stijl van Barack Obama. Al zijn oratorische hoogstandjes ten spijt, is hij veeleer een pragmaticus en een man die de kat uit de boom kijkt. Tot op grote hoogte zijn dat deugden voor een politicus met zijn verantwoordelijkheid. Liever een president die voortdurend wikt en weegt, dan een president die voortdurend naar voren stormt. Maar af en toe zou je willen dat hij iets meer doortastendheid aan de dag legt. Heel af en toe zou je willen dat hij iets meer heeft van zijn voorganger George Bush, die dwars tegen de stroom in roeide toen hij besloot tot de surge in Irak, wat de beste optie in een beroerde situatie bleek.
Verdeeldheid
Misschien heeft Obama oprecht gehoopt dat Europa ditmaal de primaire verantwoordelijkheid zou nemen voor wat in klassieke termen kan worden beschouwd als de Europese achtertuin. Die hoop was evenwel snel vervlogen: binnen de kortste keren legde Europa een hopeloze verdeeldheid aan de dag.
Of zouden ook banalere overwegingen een rol hebben gespeeld? Obama is politicus genoeg om bij zijn afwegingen de vraag te betrekken wat een en ander betekent voor zijn persoonlijke standing en zijn electorale kansen in 2012. In eerste instantie was er binnen noch buiten de Beltway van Washington veel animo om weer een buitenlands avontuur aan te gaan, en dan nog wel in een gebied waar voor de VS geen strategisch belang in het geding is. Veel Democraten zijn in beginsel huiverig voor interventies. Aan Republikeinse kant doet een neo-isolationistisch sentiment opgeld vanwege de Tea Party. Pas toen er een monsterverbond ontstond van Republikeinse realisten à la John McCain en de Democratische ‘mensenrechtenvleugel’, kwam er serieuze druk op het Witte Huis ten gunste van militair optreden in Libië.
Dan nog had Obama kunnen besluiten: ik brand er mijn handen niet aan. Zoals onmiskenbaar de overweging is geweest van Angela Merkel, die de belangrijke verkiezingen in Baden-Württemberg ziet naderen. Gezien de omstreden Afghanistan-missie zou een militaire rol in Libië wel eens te veel kiezers voor het hoofd kunnen stoten. Dus luidde het consigne aan de Duitse VN-ambassadeur dat hij zich van stemming moest onthouden.
Ach, onbegrijpelijk zijn ze niet, Merkels electorale kopzorgen. Maar dat Duitsland bij zo’n belangrijke beslissing zijn Europese partners en de VS de rug toekeert en plaatsneemt in het kamp van Rusland en China, getuigt van een bedroevende politieke kleingeestigheid.
Leave a Reply
You must be logged in to post a comment.