These Are No Longer the Words of a Scurrilous Populist: Trump Is a Fascist

<--

Dit zijn niet langer de woorden van een ruwgebekte populist. Trump is een fascist.

Donald Trump heeft dus echt gesuggereerd dat de aanhangers van vrij wapenbezit – ‘The Second Amendment People’ – Hillary Clinton maar moeten doodschieten als ze president zou worden. Zoals altijd probeert hij er zich achteraf uit te praten, maar veel ruimte voor interpretatie biedt zijn uiterst verwerpelijke uitspraak niet. Want als je stelt dat er “niets is wat je nog kunt doen” eens Clinton verkozen is, behalve de wapenbezitters dus, wat suggereer je dan dat die wapenbezitters doen? Vredesmarsen organiseren?

Het is een gruwelijke uitspraak. Uiteraard ontlokt ze in de Verenigde Staten beroering, maar al met al valt die opschudding nog mee. Alsof velen stilaan denken: ach ja, met die Trump is het altijd wat. Nochtans is dit toch echt nog wat anders. Dit is niet gekke Trump die ouders van een gesneuvelde soldaat vernedert. Dit is niet gekke Trump die zijn eigen partij tergt door te twijfelen over steunbetuigingen aan collega-politici.

Door nu zo over de rooie te gaan en een aanslag op een politiek tegenstrever te verzinnebeelden, heeft Donald Trump een, welja, rooie lijn overschreden. Dit zijn niet langer de woorden van een ruwgebekte populist. Donald Trump toont zich hier als een fascist in de strikt-politicologische zin van het woord. De macht in handen nemen en houden door middel van (staats)geweld: dat is de definitie van fascisme.

Dit is niet alleen een principiĆ«le, academische kwestie. In een land met een totaal verziekte politieke strijd en een bloedige traditie van moordaanslagen (Lincoln, de broers Kennedy, Martin Luther King, aanslag op Reagan…) steekt Trump een lucifer aan in een kruitkamer. Wie hem nu nog blijft steunen, moet weten waaraan hij medeplichtig is.

Op een gelukkig nog onschuldiger niveau reikt de kwestie ook tot bij ons. Ook hier moeten politici en andere spraakmakers van rechts en links er blijkbaar maar mee leren leven dat bedreiging een onderdeel van de debatretoriek is geworden. In de mate dat die democratisering van de doodsbedreiging slechts een gevolg is van een ontspoorde mondigheid via sociale media, moeten we daar niet te veel aandacht aan besteden. Maar ook hier valt niet meer uit te sluiten dat een gek zijn moordwensen voor waarheid neemt.

Gelukkig houden politici in onze contreien er nog voldoende het hoofd bij en gaan ze niet zelf oproepen tot geweld tegen tegenstrevers. Maar als je een tegenstander ‘gevaarlijk’ noemt, het weze links of rechts, moet je wel beseffen dat je krachten oproept die onbeheersbaar kunnen worden.

Daarom willen we graag een debat dat keihard op de bal gespeeld wordt en wat minder hard op de man/vrouw. Het is een les die ook wij uit het extremisme van Donald Trump moeten trekken.

About this publication