Umar Farouk Abdulmutallab, who tried to blow up a plane over Detroit on Christmas Day, was already a suspect before he boarded the plane in Lagos. The son of a former Nigerian minister and banker, Abdulmutallab was issued a visa at the U.S. consulate in London. But in November, after a call from his worried father, he was put on the Terrorist Identities Datamart Environment — a list containing as many as 550,000 names.
But that doesn’t mean he should have been denied boarding the flight to the U.S. at Schiphol airport. The student, who is from a wealthy background, said he operated for Al-Qaeda in Yemen. He was not registered on the “no fly list,” which contains 4,000 potential terrorists, nor was he on the list of 14,000 people who are subject to additional screening.
Schiphol Airport does not have a renowned image for security, which was partly revealed in an undercover report by Dutch TV-Channel SBS, in which a fake bomb was smuggled into an aircraft. Nevertheless, the relatively low degree of suspicion is probably why Abdulmutallab was not stopped and arrested. The explosives that he wore on his body would have been found by manual searches, which may have been performed if Abdulmutallab had been among the 18,000 names on those two lists.
These shortcomings are known. Eight years ago, in late 2001, “shoe bomber” Richard Reid was on a flight en route from Paris to Miami and carried the same explosive chemicals as Abdulmutallab. Since then, security at many airports after 9/11 has become even more stringent. More and more passengers must take off their shoes, and liquids cannot be taken on board. But these procedures do not guarantee watertight security — certainly not when a loner conceives of a plan to commit a terrorist act, or when someone behaves suspiciously on a plane like Sunday’s flight from Amsterdam to Detroit.
President Obama has called for new security measures, and the Netherlands should follow this example. Although Schiphol has followed protocol, research into new security measures can correct ineffective disciplines and fill in procedural gaps.
Research could also shed light on whether the offender was part of a network or operated on his own. The answer is politically sensitive in both the Netherlands and the United States, but it may provide a clear view of the terrorist threat in order to keep an eye on the extent of countermeasures.
100 percent certainty cannot be attained. Terrorists, especially if they want to take their own lives, are always ahead of the security. Risks can be reduced, not eliminated. Total security is an illusion in an open democratic society.
Totale veiligheid
Umar Farouk Abdulmutallab, de zoon van een Nigeriaanse ex-minister en bankier die op Eerste Kerstdag geprobeerd heeft een vliegtuig boven Detroit tot ontploffing te brengen, werd al verdacht voordat hij in Lagos op het vliegtuig stapte. Anderhalf jaar geleden had hij op het Amerikaanse consulaat in Londen gewoon een visum gekregen. In november was hij, na een bezorgde tip van zijn eigen vader, echter op de Terrorist Identities Datamart Environment gezet, een lijst waarop maar liefst 550.000 namen staan.
Risico’s kunnen gereduceerd worden, niet geëlimineerd
Maar dat betekende niet dat hem op Schiphol de toegang tot het vliegtuig naar de VS had moeten worden ontzegd. De student van gegoede komaf, die naar eigen zeggen opereerde voor Al-Qaeda in Jemen, stond niet geregistreerd op de ‘no fly list’ waarop vierduizend potentiële terroristen staan, noch op de 14.000 namen tellende lijst van lieden die aan een extra screening worden onderworpen.
Mede door een undercoverreportage van SBS, waarin een nepbom een vliegtuig werd binnengesmokkeld, heeft de luchthaven Schiphol geen superieur imago. Niettemin is zijn relatief lage graad van verdenking vermoedelijk de reden dat Abdulmutallab niet is tegengehouden en opgepakt. De explosieven die hij op zijn lichaam droeg, zouden bij handmatig fouilleren zijn gevonden. En dat was mogelijk wel gebeurd als Abdulmutallab op een van die twee lijsten met 18.000 namen had gestaan.
Dit soort lacunes is al langer bekend. Richard Reid, de ‘shoe bomber’, had acht jaar geleden, eind 2001, op weg van Parijs naar Miami dezelfde explosieve chemicaliën bij zich als Abdulmutallab. Sindsdien zijn de veiligheidsmaatregelen op veel vliegvelden, na 9/11 al aangescherpt, nog strenger. Her en der moeten passagiers hun schoenen bijvoorbeeld uitdoen en mogen er geen vloeistoffen aan boord worden meegenomen. Maar daarmee is een waterdichte controle nog niet gegarandeerd. Zeker niet als een eenling het plan opvat een terreurdaad te plegen. Of als iemand zich verdacht lijkt te gedragen, zoals gisteren op een zelfde vlucht van Amsterdam naar Detroit.
President Obama heeft inmiddels nieuwe veiligheidsmaatregelen verordonneerd en een onderzoek gelast. Nederland moet dat voorbeeld volgen, ook als Schiphol alles protocollair heeft afgehandeld. Want onderzoek kan sleetse discipline ongedaan maken en gaten in de procedures dichten.
Niet minder belangrijk is dat zulk onderzoek licht kan werpen op de vraag of de dader deel was van een netwerk of op eigen houtje opereerde. Het antwoord op die vraag, die in Nederland en Amerika politiek geladen is, biedt enig houvast om de terreurdreiging op waarde te schatten en de maatvoering van de tegenmaatregelen in het oog te houden.
Want 100 procent zekerheid is niet te geven. Terroristen hebben, zeker als ze hun eigen leven willen geven, altijd een voorsprong op de veiligheidsdiensten. Risico’s kunnen worden gereduceerd, niet geëlimineerd. Totale veiligheid is in een open, democratische samenleving een illusie.
This post appeared on the front page as a direct link to the original article with the above link
.